JACOB JOHANNES SWENS 29 november 18815 april 1969 Op 5 april 1969 kwam te Haarlem een einde aan het leven van Jacob Johannes Swens. Hij was geboren op 29 november 1881 en bereikte dus de zeer hoge leeftijd van ruim 87 jaar. Hij was ook in Haarlem geboren en behoudens enkele jaren van verblijf elders heeft hij in onze stad ook verreweg het grootste deel van zijn leven doorgebracht. Zijn geboortehuis stond in de Grote Houtstraat op het punt waar thans de Luxor Bios coop gevestigd is. Het was een groot ouderwets huis met een zogenaamd achterhuis. De jonge Swens kreeg zijn eerste onderwijs in de Wilhelmi- nastraat op de lagere school waarvan de heer Hubregtse hoofd was en zijn middelbaar onderwijs op de H.B.S.-b aan de Zijl vest. Na het eindexamen ging hij voor verdere studie naar de Hogeschool te Delft waar hij studeerde in verschillende rich tingen, zonder echter deze studie te voltooien. In de eerste jaren van de nieuwe eeuw studeerde hij chemie in Berlijn, waarna hij naar ons land teruggekeerd, een functie kreeg bij de Haarlemse Zeepfabriek Het Klaverblad. Daar bleef hij slechts kort om enige jaren in Den Haag te gaan wonen. Ook daar kon men hem echter niet vasthouden en in 1916, dus tijdens de eerste wereldoorlog, kwam hij weer bij het Klaverblad terug, waar hij na een inwerkperiode van enkele jaren procuratie houder werd en per 1 mei 1923 tot directeur werd benoemd. In mei 1916 was hij in het huwelijk getreden met Wilhelmina Adriana van Tienhoven. Uit deze huwelijksverbintenis wer den achtereenvolgens twee dochters en twee zoons geboren. Als maatschappelijke functies kreeg Swens in de loop der jaren het lidmaatschap van de Commissie van beroep op het Middelbaar Onderwijs en het bestuurslidmaatschap van de Academie van Voortgezet Economisch Onderwijs. Op 1 janu ari 1937 werd Swens gekozen tot het voorzitterschap van de Kamer van Koophandel te Haarlem. Hij vervulde die functie in eerste aanleg tot april 1942, toen deze hem door de bezet-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 31