-41
zijn lessen Nederlands aan het Coornhertlyceum te beperken
en aan vier andere scholen les in toneelregie en in de geschie
denis van het toneel te gaan geven. Het aantal uren, dat hij
daaraan besteedde, was een veelvoud van dat, wat op zijn
lesrooster voorkwam en waarvoor hij betaald werd. Maar
Ruijgrok was als een apostel, hij was bezield door een ideaal
en in 1965 werd hij uitgenodigd met een groep leerlingen en
oud-leerlingen Nederland te vertegenwoordigen op het inter
nationaal jongerentournooi Interdrama te Berlijn. Twee jaar
later werd op zijn initiatief het Interdrama te Haarlem geor
ganiseerd en in 1968 had hij veel succes met de deelname van
de Haarlemse cultuurdagen in Salzburg, waar twee door
Haarlemse jongeren in het Duits gespeelde eenacters grote
bewondering afdwongen.
Theo Ruijgrok was een bescheiden, zachtaardig mens, maar
hij was hardnekkig in het nastreven van zijn ideaal: het bevor
deren van de liefde voor de toneelkunst. Hij gaf er zich aan
zonder enige reserve en zonder zich lichamelijk en geestelijk te
ontzien. Na een ernstige hartziekte enkele jaren geleden dreef
zijn innerlijke noodzaak te werken aan dat ideaal hem weer
voort. Zijn zwakke gestel verwerkte deze inspanning niet.
Een grote teleurstelling was het voor hem, dat bij het inwer
kingtreden van de Mammoetwet aan zijn activiteit als leraar
toneel een eind kwam en hij weer als leraar Nederlands moest
gaan werken. Hij nam ontslag aan het Coornhertlyceum en
werd leraar Nederlands, kunstgeschiedenis en maatschappij
leer aan de Kennemer Streekschool voor Kleuterleidsters,
waar hij maar twee maanden werkzaam is geweest.
Velen hebben weinig begrip gehad voor een leraar, die zo
veel van zijn vrije tijd en energie gaf aan een vak, dat in ons
onderwijs niet tot de maatschappelijk „nuttige" gerekend
wordt. Maar Ruijgrok besefte hoe belangrijk voor de ont
plooiing van de jonge mens expressieve creativiteit kan zijn
en hoe dit vak wellicht voor velen meer maatschappelijk ren
dement kan hebben in hun latere functies in het leven dan veel
kennis, die bij andere lessen wordt aangebracht.
D. J. A. Geluk