kinderzaken, als apart onderdeel van de griffie, welke sectie
thans in de wandeling het bureau van de kinderrechter heet.
De kinderbescherming zelf stond trouwens nog in de kinder
schoenen en heel veel van wat wij nu als normaal beschouwen,
moest toen nog worden opgebouwd.
Mr. Top kreeg bij de aanvang van zijn werkzaamheden
slechts een schrift overgedragen, waarin de pupillen stonden
opgeschreven. Het is zijn grote verdienste geweest, dat hij in
de loop van de jaren een werk tot stand heeft gebracht, waar
door de bedoelingen van de wetgever met het kinderrecht vol
komen tot hun recht gekomen zijn. Hij was de grote practicus,
die een aantal wetsartikelen tot leven geroepen heeft en daar
mede heeft weten te werken tot zegen van opvoeders en kin
deren. Mr. Top deed zijn werk in de eerste plaats als rechter,
dat wil zeggen, dat hij de wet strikt toepaste, maar daarnaast
had hij warmte en liefde te geven aan de kinderen en had hij
begrip en mededogen voor de ouders en opvoeders. Hij vatte
zijn taak zeer ernstig op, maar toch kwam altijd, bij alles wat
hij deed, zijn bevrijdende zin voor humor om de hoek kijken.
Hij had daardoor en door zijn rechtschapenheid een grote in
vloed op allen, die met hem in aanraking kwamen, een in
vloed, die ook nu nog duidelijk merkbaar is. Hij had de gave
om de juiste mensen als medewerkers te kiezen.
Zó werd Mr. Top tot één van de grote pioniers in het
kinderrecht en het is in dit tijdsgewricht, waarin zo vaak ge
tracht wordt het bestaande omver te werpen zonder het stellen
van zinnige alternatieven, een voorrecht deze mens gekend te
hebben.
Later in 1943 is Mr. Top tot vice-president benoemd en
jaren lang was hij naast kinderrechter ook voorzitter van de
voogdijkamer en de strafkamer. In 1948 fungeerde hij als
waarnemend president van de rechtbank. Van 1952 tot 1958
was hij rechter-plaatsvervanger ter behartiging van de kinder
rechtspraak in de arrondissementsrechtbank te Alkmaar. In al
deze functies kwamen zijn gaven van hoofd en hart tot uit
drukking. Hij wist te luisteren naar allen die iets te zeggen
hadden en ook naar allen, die niets te zeggen hadden. Hij had