JOSEPHUS CORNELIUS DE KLERK
8 januari 18855 november 1969
Jos. de Klerk werd in 1885 geboren te Merksen bij Antwer
pen als zoon van Nederlandse ouders. Op vijftienjarige leeftijd
kwam hij op het Koninklijk Vlaams Conservatorium, waar
achtereenvolgens de bekende fluitist Th. Anthoni, de baszan
ger Heinrich Fontaine en de tenor Ernest van Dijk, zijn leraren
waren. Bij professor Heinrich Zöllner voltooide hij zijn con-
trapuntische studie.
Aanvankelijk maakte De Klerk carrière als liederenzanger
en werkte hij aan operavoorstellingen mee. Hij trad ook op als
dirigent en begon al spoedig naam te maken als fluitist en
componist. Aan het Conservatorium behaalde hij zijn diploma
voor fluit en zang.
In 1914 verliet hij, na de bezetting van België door de
Duitsers, zijn land om zich met vrouw en dochter in Haarlem
te vestigen, eerst aan de Bakenessergracht, later woonde hij in
de Duvenvoordestraat 92. In 1915 werd hij koorleider in de
St. Jozefkerk aan de Jansstraat, waar Hendrik Andriessen or
ganist was.
Binnen korte tijd deed hij zich kennen als muziekcriticus.
Vanaf 1916 verscheen zijn zaterdagse rubriek „Muziekleven"
in het Haarlems Dagblad. Deze rubriek, die hij tientallen
jaren verzorgde, kan men beschouwen als een belangrijke bij
drage tot de muziekgeschiedenis van deze stad. Een ontelbaar
aantal concerten heeft hij bijgewoond en immer verstond deze
Vlaamse Haarlemmer de kunst om op onnavolgbare wijze zijn
deskundig oordeel in de krant weer te geven.
Als componist had vooral de volksmuziek en dan voor
namelijk de liederen zijn aandacht. Veel van zijn liederen
werden bekroond. Deze maken, evenals menig arrangement
van oude zangwijzen, deel uit van het repertoire van onze
koren. Van zijn composities dienen vermeld „Zo zong de
Gouden Eeuw", waarin Nederlandse volksliederen zijn ver
werkt, in 1969 wederom ten gehore gebracht op de Grote