DE INFIRMERIEËN TE HAARLEM
In de 19e eeuw heeft Haarlem een belangrijk garnizoen
gehad.1 Het stadsbestuur had tot 1860 de taak voor de legering
van deze troepen te zorgen. De manschappen waren op ver
schillende plaatsen in de stad ondergebracht. Het ligt voor de
hand, dat er ook een gebouw moest zijn om de zieken te isole
ren, te verplegen en te behandelen, dus een militair hospitaal.
Na de Franse tijd, waaruit zoveel namen in het militaire jar
gon zijn blijven hangen, noemde men dit een infirmerie. Er
zijn twee infirmerieën voor het Haarlemse garnizoen geweest.
De gegevens over deze inrichtingen zijn schaars; ik kon nog
het meeste verzamelen over de gebouwen. Over het leven
daarbinnen ben ik slechts weinig te weten gekomen. Noch het
gemeentearchief, noch het rijksarchief heeft hierover gegevens.
I De infirmerie aan de Kraayenhorster gracht
Op 5 augustus 1808 kochten burgemeesteren van Haarlem
van de weduwe C. Altroggen-Burgering en haar kinderen het
huis wijk V no. 356 aan de Kraayenhorster gracht, thans
Nassaulaan. Bij het huis was een tuin, verder een stal en een
erf. Bovendien kochten zij het pakhuis met erf in de Witte
Heerensteeg, dat aan de achterzijde aan het eerstgenoemde
huis grensde, alles tesamen voor 3000,.2 Burgemeesteren
zaten in tijdnood. Zij hadden het pand al enige jaren in huur
als magazijn voor militaire zaken. Maar de huur was afge
lopen en nu dreigde de eigenares, althans een zekere Wage-
man, blijkbaar haar zaakwaarnemer, het pand te laten af
breken.3 Het stadsbestuur kon het echter niet missen: het had
de zorg voor de kazernering van het garnizoen. Het huis, dat
in 1881 afgebroken is, heeft gestaan op het zuidelijke deel van
het terrein, waar thans de Koningin Wilhelminaschool staat
aan de Nassaulaan No. 37. Het heeft gegrensd aan het tegen
woordige pand no. 33.
In 1811 heeft het korte tijd als militair kledingmagazijn
dienst gedaan en in september 1812 vinden wij er de gens