55- d'armerie in.4 Waarschijnlijk verlaten deze het pand weer in november 1813. Dan krijgen twee artsen er een kamer voor hun armenpraktijk.5 In augustus 1814 staat het huis weer te boek als militair magazijn.6 Op 25 november 1814 vindt men het nog op een lijst van gebouwen geschikt voor kazernering der troepen: 46 manschappen en in de stal 25 paarden.7 In de berichten van de opzichter van Openbare werken komt in augustus 1815 nog de kazerne en de stal op de Kraayenhorster gracht voor.8 Dit is de laatste maal, dat ons gebouw kazerne genoemd wordt. Het blijkt, dat in de tweede helft van 1816 stroo geleverd is voor de infirmerie van het garnizoen binnen deze stad.9 Dit is de eerste maal, dat de garnizoensinfirmerie wordt vermeld. De garnizoensinfirmerie komt na 1816 enige malen in reke ningen (stroo-leveranties, reparaties) voor, helaas zonder plaats van vestiging.13 Op de kaart van Nautz van 1822 vin den wij echter de infirmerie van het garnizoen in het huis aan de Kraayenhorster gracht (fig. 2). Een besluit tot inrichting van een militair hospitaal aldaar heb ik echter niet gevonden. Het is denkbaar, dat het concentreren van zieke militairen in de kleine kazerne aan de Kraayenhorster gracht het niet- geregistreerde begin van de garnizoensinfirmerie is geweest. Wij moeten ons deze infirmerie niet te groot voorstellen. Het grondvlak is minder dan de helft van dat van de Koningin Wilhelminaschool geweest. Men denke vooral niet aan een modern ziekenhuis; waarschijnlijk was het niet meer dan een ziekenzaal. Al spoedig was de infirmerie dan ook te klein. Wel was tijdens de inval van Engelsen en Russen in 1799 10 in allerijl een noodhospitaal ingericht, maar dit was al lang weer opgeheven. Ook was op 21 november 1814 een huis aan de Koudenhorn gehuurd en schoongemaakt om te dienen als infirmerie voor de koloniale troepen 1Maar dit was iets anders dan de infirmerie voor het garnizoen. De koloniale troepen worden steeds afzonderlijk genoemd. Over hun infirmerie aan de Koudenhorn heb ik vrijwel geen nadere gegevens gevonden. Voorts vond ik, dat de chirurgijn-majoor bij het garnizoen op 5 januari 1815 aan de burgemeester een kachel vroeg voor de infirmerie van het le regiment karabiniers 12. Waar deze infirmerie was, is duister. Er zal in 1815 en eerder wel ergens een zaal voor de zieke militairen van het garnizoen zijn geweest, mogelijk in de kazerne.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 57