66 voor de rijksdienst niet meer nodig zou zijn". Leest men de stukken uit 1856 en ook het gemeenteverslag van dat jaar na, dan blijkt, dat de toenmalige minister van oorlog in zijn cor respondentie wel heeft geschreven, dat het gebouw teruggege ven zou worden als het niet meer voor de rijks militaire dienst nodig zou zijn, maar dat in het proces-verbaal van overgaaf, getekend door burgemeester en secretaris en door de gemach tigde van de minister, staat, dat het gebouw teruggegeven zou wórden, als het niet meer voor de rijksdienst nodig was.38 Blijkbaar hebben burgemeester en secretaris het stuk, dat zij tekenden, niet nog eens woord voor woord nagelezen, en is deze onnauwkeurigheid van degene, die het stuk had opge steld, hun ontgaan. Daardoor hebben zij het gemeentebestuur van 1920 in een moeilijke positie gebracht. Dit bestuur over woog, dat het een proces met het rijk kon voeren, maar dat het verstandiger was tot een schikking te komen. De gemeente raad ging hiermee accoord (24 mei 1923). Er werd nu over eengekomen, dat de gemeente om niet het gebouw terug zou krijgen, maar de Vleeshal op de Grote Markt tien jaar lang gratis aan het rijk zou afstaan voor huisvesting van het rijks archief. Daarna kon het rijk nog 20 jaar lang de Vleeshal voor ƒ1500,per jaar voor hetzelfde doel huren. Het rijksarchief bleef in de Vleeshal tot 1933. Toen de gratis-jaren voorbij waren, werd deze instelling naar de Jansstraat over gebracht. Hiermee is de historie van de tweede infirmerie ten einde. Ik wil deze mededeling besluiten met de verdere geschiedenis van het gebouw, waarin deze instelling gevestigd was geweest. Dit gebouw kwam dus in 1923 leeg te staan. In 1926 besloot de raad het gebouw te slopen zonder vast te stellen wanneer. In 1927 werd het nog dienstbaar gemaakt voor de controle van werkelozen; in 1929 zou er een school in ondergebracht worden en in 1930 werd het brokkenhuis er in gevestigd.39 In 1931 werden de gebouwen verkocht aan de N.V. Vaderland- sche Beheer Mij te Amsterdam, dochtermaatschappij van de N.V. De Spaarnestad. Bovendien kwam de Kinderhuisstraat te vervallen. Onder de verkoop waren echter niet begrepen enige nader door B. en W. aan te wijzen gedeelten van de op-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 68