68
Op figuur 4 ziet men de kapel vanaf de binnenplaats.40 De
tisanerie, die aan deze zijde tegen de kerk aan gebouwd was,
was al verdwenen. Een groot deel van de gebouwen van het
militaire hospitaal, die zeer verwaarloosd waren en iedere be
koring misten, is na de verkoop in 1931 afgebroken. Thans
staat nog de uitbouw langs de Magdalenastraat en het poortje
aan de Kinderhuisvest. Op het terrein van de Spaarnestad zijn
nog kelders van de infirmerie aanwezig.
O. H. Dijkstra
BRONNEN
(1) W. P. J. Overmeer, De geschiedenis van het garnizoen te Haarlem sedert 1813,
Haarlem 1906.
(2) Transportregister 1808, Gemeentearchief Haarlem (G.A.H.).
(3) Besluiten van Burgemeesteren 1808, G.A.H.
(4) Notulen van de Gecommitteerden tot de militaire zaken 1811-1820
G.A.H.Inv. Ensch. Ill no. 438, fol. 160.
(5) ibid., fol. 182.
(6) ibid., fol. 226.
(7) Agent van kazernering. Ingekomen stukken 1813-1860, G.A.H., Inv.
Ensch. Ill no. 440.
(8) Archief Openbare Werken. Berichten van de opzichter 1815. G.A.H.
(9) Register van de declaratiën v.h. garnizoen 1815-1842, G.A.H., Inv.
Ensch. Ill no. 455.
(10) (A. Loosjes Pzn.), Gedenkstuk van het voorgevallene binnen Haarlem in 1799,
Haarlem, 1803, bl. 225 en bijlagen bl. 13 en 14.
(11) zie noot 4, fol. 236. en Rekeningen v.d. Comm. en de Agent v. kazerne
ring 3—12—1814 G.A.H., Inv. Ensch. Ill, no. 449.
(12) Ingekomen en uitgegane stukken v.h. gemeentebestuur van Haarlem
d'Anno 1815 no. 28, G.A.H.
(13) zie noot 9, 4 aug. 1819, 14 febr., 6 juni en loet. 1820, 8 jan. 1821.
(14) Memoriaal van de Raad van Haarlem, G.A.H.
(15) zie noot 8, 1821.
(16) zie noot 14, 1822.
(17) Notulen van Burgemeesteren der Stad Haarlem 6-12-1822 no. 7, G.A.H.
(18) ibid. 20-6-1823 no. 7.
(19) ibid. 1-7-1825 no. 11.
(20) zie noot 14.
(21) zie noot 8, 1835.
(22) zie noot 17, 19-4-1838 no. 4.
(23) Brievenboek Agent v. kazernering 1842-1861, G.A.H., Inv. Ensch. III
439.