81 maatregelen genoemen worden, om de hier noch in stand zijn de Fabricquen naar elders te verplaatsen, of opzettelijk te ver nietigen; en, zoo iets diergelijks te vreezen ware, welke mid delen daartegen zouden kunnen aangewend worden" en hier over rapport uit te brengen.6 Het comité begint zijn werkzaamheden met een actie voor het gebruik van Hollands fabrikaat; zijn leden sluiten hiertoe een „vrijwillige verbintenis tot bevordering der Algemeene Welvaart van het Vaderland", waarbij zij zich verbinden om zo mogelijk voor hun kleding en ander gebruik Hollands fabri kaat te kopen. Deze „verbintenis" verschijnt met een aanprij zing van de stadsregering in de Haarlemsche Courant, waar in daarna ook telkens berichten van het comité te lezen zijn over nieuw opgerichte fabrieken en over fabrikeurs, die begon nen zijn met binnenlandse in plaats van met buitenlandse grondstoffen te werken; ook berichten zij dat voortaan te Haarlem gefabriceerde goederen van een kenteken voorzien zullen worden.7 De Haarlemsche Courant van 29 oktober 1795 bevat het verzoek van het comité aan „alle weldenkende en waare liefhebbers van het dierbaar Vaderland" om een plan in te leveren tot verbetering, herstel en bloei van fabrieken en trafieken. Het resultaat van de ingeleverde plannen is een adres van het comité aan de Nationale vergadering, vergezeld van een memorie van adstructie en een „Ruwe schets voor den In- en uitvoer van Buiten- en Binnenlandsche Goederen, ten faveure der Fabrieken". In dit adres, waarin de physiocratische theorie uiteen wordt gezet, worden als de drie hoofdoorzaken van het verval van de industrie genoemd le. de onrechtvaardige belastingen, die het meest op de ar beiders drukken, waardoor de arbeidslonen hier 40 a 50% hoger zijn dan in het buitenland. 2e. bij de vroegere „federalistische" regeringen ging het be lang van de handel altijd boven dat van de nijverheid. 3e. de gildewetten, aan welke het te danken is, dat onze handwerken „tot op den tegenwoordigen dag gedreven wor den op die kostbare wijze, doch tevens in die min volmaakte

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 83