-82
manier, waarin onze Voorouders dezelven aan ons in hunne
gildewetten over twee Eeuwen hebben voorgeschreeven: ter
wijl andere Volken en in het byzonder de Engelschen, Schei
en Werktuigkunde en alle andere verhevener Wetenschappen
dienstbaar maakten aan hunne Fabrieken, waardoor zij voor
hunne koopwaren dit dubbel voordeel verkreegen dat som
migen in de daad, en de meesten in schijn, volmaakter waaren
dan de Elollandsche, en dat ze allen voor aanmerkelijk minder
prijzen verkocht werden". De gildewetten staan dus techni
sche verbeteringen in de weg: „Het verstand van den Fabri-
keur ligt aan banden, of zo zijn lust tot onderzoek hem verbe
teringen leerde kennen, zijn geheugen herinnert hem de hate
lijke Gildenwetten, en hij moet of zijne nieuwe uitvinding ge
heel laaten vaaren of dezelve volkomen aan zijne ijverzuchtige
gildebroeders openbaaren". Tracht een fabrikeur toch een
buitenlands product na te maken, en is hij daardoor gedwon
gen lagere lonen te betalen, dan ontstaan gistingen en oproer
onder de werklieden en ,,'t systema in de Stadhouderlooze en
Stadhouderlijke tijden bragt altoos mede, de eischen en 't ge
noegen van het classis van werklieden, als de steun en de vast
heid der Regeering te stellen verre boven den eisch der billijk
heid en 't belang van Algemeene Welvaart". De aanval van
het comité gaat dus hoofdzakelijk tegen de remmende invloed
van de gilden op de techniek, en hun neiging om de hoge lonen
te handhaven. Het eindigt met het volgende gloedvolle plei
dooi voor de liberale beginselen: „Verbreekt, Burgers Verte
genwoordigers, die schandelijke, onteerende banden, waaraan
het menschelijk verstand tot nu toe is gekluisterd geweest.
Vernietigt alle die Keuren en Wetten van Gilden en Fabriek
Hallen, waardoor het vernunft uitgedoofd, de Industrie ge
stremd, en de handel belemmerd kan worden. Geeft den
Fabrikeur alle die Vrijheid, welke zijn Broeders in Frankrijk,
Engeland en Duitschland genieten. Bevordert de circulatie
van den Binnenlandschen Handel, vooral in de eerste levens
noodwendigheden. Vernietigt dat verderfelijk Provintiaal
Egoismus, welk nog onder ons heerscht; die haatlijke onder
scheiding van het platte Fand en de Steden, en laat allen en