83
een ieder zijne Koopwaaren haaien, van waar hij ze het best
en ten minsten prijze kan bekomen, en die te koop bieden,
daar het hem goeddunkt".
Het Committé van Algemeene Welvaart protesteerde tegen
de gilden in het algemeenal veel vroeger, nog voor de invloed
van de Franse liberale ideeën, waren er klachten speciaal tegen
de Haarlemse gilden geuit, nl. in een request van Jacobus Krab
benbos, Jacobus van der Vooren en Christiaan van Ee, d.d.
9 september 1754.8 Zij hadden zich toegelegd op het maken
van „diverse inlandse dagelijks benoodigde goederen, als spie-
geldamasten, sergies de Booys, voering-zay, Calaminken, En
gelse grijntjes, Everlasten" en vroegen nu o.a. om met hun
werklieden buiten het Smalweversgild te mogen blijven, op de
volgende gronden
le. hun werklieden zijn te arm om de kleine uitgave van de
gildecontributie te doen, en bestaan voor een deel uit vreem
delingen;
2e. verschillende artikelen van de Smalweverskeur, met na
me de bepaling dat in één winkel niet meer dan een bepaald
getal werklieden mogen werken, zouden zeer hinderlijk voor
hen zijn;
3e. indien ze gebonden waren aan de bepalingen over „loon,
gereedschap, stoffagie en gebruyk van dien" zouden ze hun
productiekosten niet kunnen verlagen en dus niet kunnen con
curreren met buitenlandse artikelen;
4e. hun producten hebben niets te maken met de smal-
weverij
Tenslotte waarschuwen ze tegen al te beperkende bepalin
gen daar zij menen dat „een zodanige nauwe bepalinge, in
deese zaaken en onderneemingen der Supplianten in het parti
culier, en voor deeze Stad in het generaal, zeer apparent by-
zonder nadeelig zoude kunnen zijn, zoo wanneer eenige der
kundigste werklieden alhier aan 't opvolgen van zodanige
keuren verpligt en verbonden en daardoor in hun bestaan be
nadeelt werden, heel ligt zoude kunnen resolveeren, hun naar
elders te begeeven, aldaar bij andere meesters adresseren en
gebruyk makende van die kundigheyd en informatien welke