- 84-
zijlieden in dienst der Suppl. hebben gekregen, deselve niet
alleen ongeluckig zouden kunnen maken, maar ook zoodanige
fabrieken (als met relatie tot anderen tot nu toe reeds al te veel
en tot merkelijke praejuditie van deese stad, is geschied) naar
elders al mede overbrengen".
Hier vinden we dus klachten over financiële bezwaren van
het gildelidmaatschap, over het weren van vreemdelingen uit
de industrie, en over de beperking van het aantal werklieden,
naast de reeds genoemde. Bovendien wijst het request op het
feit dat de gilden bezig waren de Haarlemse industrie naar het
platteland te verjagen.
Wanneer we, naar aanleiding van deze klachten, de gilde
keuren van de textielindustrie, die nog tot 1798 van kracht
waren, bekijken, dan blijkt inderdaad hun remmende invloed
op allerlei gebied, naast enkele pogingen tot grotere soepel
heid.
Al deze keuren dateren van omstreeks het midden van de
18e eeuw, toen de industrie al in verval was. Zij moeten dus
beschouwd worden als een poging van het stadsbestuur om
door middel van nauwkeuriger handhaving van het gilde-
systeem, dat verval tegen te gaan.
In de eerste plaats valt op, dat alle keuren gebaseerd zijn op
de huisindustriële bedrijfsvorm. Uitzondering vormt alleen de
keur van het Verwersgild, van 13 januari 1751, die ook de
enige is, die een meesterproef voorschrijft. De afhankelijke
positie, die de werkbazen tegenover de fabrikeurs innamen,
blijkt duidelijk uit aanwijzingen in verschillende keuren, dat
grondstoffen en/of werktuigen aan de fabrikeurs behoorden,
en van het voorkomen van een verbod van het trucksysteem in
de keuren van het Zijde Lintwevers-, Bonte Lijnwaten-, en
Kantredersgilde. Er zijn aparte artikelen voor fabrikeurs, en
voor loon- of werkbazen, die in de meeste gevallen ook ver
schillende inschrijvings- en contributiegelden betalen. Voor
beide categorieën zijn de inschrijvingsgelden echter zeer laag.
In het Kantredersgilde, waar volgens de keur van 23 april
1777, een fabrikeur zich voor F. 10 kon laten inschrijven, leid
de dit tot de eigenaardige consequentie dat er veel te veel fa-