88
danige moderatie zullen gebruiken, als de edelmoedigheid en
een brave manier van denken dan van hun zouden mogen vor
deren".
Het is duidelijk, dat in een dergelijk milieu geen plaats was
voor een modern georganiseerde industrie. Voor het grootste
deel is zij dan ook, zoals wij gezien hebben, uit Haarlem ver
dwenen en dit feit is, behalve aan de hoge lonen, mede aan de
gildewetten te wijten.
Wat er nog van de, voor de verre markt werkende, industrie
over was, heeft dus wel degelijk te lijden gehad van de gilde
keuren. Behalve uit de gildekeuren zelf, blijkt dat uit de reeds
vermelde opmerking van de kantfabrikeur Daams (zie blz. 79)
en uit een advies van de Commissarissen van de Lint-Langet-
molens en Schuifgetouwen, waarin wordt vermeld dat het ver
bod van de uitvoer van lintmolens van groot nadeel is voor de
zijdenlintfabrikeurs, die op het platteland veel goedkoper zou
den kunnen laten werken (zie blz. 104). Ook de keur van het
Bonte Lijnwaatgilde heeft een ongunstige invloed gehad op de
industrie, maar in tegenstelling tot de kant- en zijdenlintre-
ders, hebben deze fabrikeurs zich aan hun gilde weten te ont
trekken. Dit blijkt uit het verslag van de Provisionele Com
missarissen van het Bonte Lijnwaatgilde in 1798,9 waarin ver
meld wordt dat het doel van de keur van 1755, nl. „gedeelte
lijk om te zorgen dat bovengen. Fabrieken alhier ter stede in
zekere orde gemaintineerd en tegen de atteintes van vreem
delingen beschermd bleeven, omme verschillen tusschen Fa-
brikeur en Werklieden te vereffenen en te zorgen er geene
andere goederen dan bij de ordonnantie bepaald ter bewer
king naar de Meijerij van Den Bosch, de hoofdzetel deezer
Fabriek gezond wierden maar wel hoofdzaakelij k om
waare het mogelijk de zo kwijnende staat van dezelve Fabrie
ken op te beuren en dezelve tot haare voorige bloei te herstel
len", niet bereikt is. „Het gild heeft op den duur geen bestaan
kunnen hebben, daar men alras ontdekte dat de bepalingen bij
hetzelve gemaakt, op te volgen, blijkbaar nadeelige gevolgen
voor deeze stad en derzelver inwoonders moesten hebben: van
daar dat men hetzelve al sedert veele jaaren als vernietigd
heeft beschouwd".