95 maand bij de Municipaliteit in te leveren „eene nauwkeurige opgave van den aart en gesteldheid der respective vernietigde Gildens en Corporatiën gelijk ook van de Fondsen, die bij de zelve bezeeten worden, en van het gebruik, het geen van die Fondsen bevoorens gemaakt is". De min of meer volledige antwoorden van de 42 opgeheven gilden zijn bewaard ge bleven,16 en geven aanleiding tot de volgende opmerkingen: De meeste Haarlemse gilden beschikten over een kleine kas. Grote schulden, zooals de Belgische gilden b.v. hadden, ten gevolge van voortdurende onderlinge processen,17 kwamen in het geheel niet voor. De enkele gilden, die vrij belangrijke schulden hadden, hadden dat aan speciale oorzaken te dan ken: de grutters, omdat ze in 1782 3 grutterijen uitgekocht hadden; de molenaars omdat ze tengevolge van het afbranden van een molen een lening hadden moeten sluiten. De oorzaak van het tekort van het koopmansgilde was, dat de leden na februari geen entreegelden en contributies meer betaald had den. Onderlinge processen worden nergens vermeld. Alleen een spoor van naijver vindt men tussen het knoopmakers- en het kleermakersgilde, omdat sommige kleermakers „vreemde knoopen van zijde of kemelshaar" verkocht hadden. Toen er nog meer inbreuk op het knopenmakersgilde werd gemaakt, doordat de leverantie van epauletten aan de Krijgsraad aan niet-gildeleden werd gegeven, weigerden verschillende leden van het gilde om nog langer contributie te betalenvanaf 1796 kan dit gilde dan ook als opgeheven worden beschouwd. Eveneens opgeheven vóór 1798 waren in feite al het boek- drukkersgilde, het bonte lijnwaatgilde en het voermansgilde. Van de 42 gilden geven zich 14 op als „proefdoende gil den", n.l. de bezemmakers, glazenmakers, hoedenmakers, kleermakers, klompenmakers, koperslagers, kuipers, loodgie ters, mandenmakers, metselaars, timmerlieden, zijde- en garenververs, wagenmakers en goud- en zilversmeden. De kosten voor het doen van de proef zijn over het algemeen niet hoog. Wel wordt in de meeste gevallen weer onderscheid ge maakt tussen zoons van gildebroers, burgers en vreemdelingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 97