z78,-. 96 De grootste proefgelden worden geëist door de hoeden makers: 60,en de kuipers, resp. ƒ30,42,en Hetzelfde geldt voor de intekengelden; ook die zijn niet overdreven hoog. Alleen het schoenmakersgilde vormt een uitzondering door ƒ100,voor leerlooiers en 36,voor schoenmakers te vragen. De betekenis van de gilden in verband met de armenzorg waarop terecht in de verschillende adressen tot behoud van de gilden gewezen werd blijkt ook in Haarlem niet onbelang rijk te zijn. 16 Gilden staan bepaalde inkomsten geheel of gedeeltelijk af aan de verschillende wees- en oude mannen huizen; de kleermakers en grootschippers hebben een fonds, waaruit hun eigen armen en weduwen gealimenteerd wor den.18 De rijkste gilden zijn het brouwersgilde met een kapitaal van 13 387.11.4. en het eigendom van Brouwersvaart en -kolken, stukken weiland en het Maartenshofje, en het groot- schippersgilde met een kapitaal van 25 656,Dan volgen het lakenkopersgilde met een kapitaal van 5600,en het bezit van 39 tuingronden,19 2 huizen en een gildehuis, het kleermakersgilde met 3600,en 2 huizen, het broodbak- kersgilde met 3290,het schoenlappersgilde met 3030, en het St. Josephsgilde met/2576,en een gildehuis. Hoewel de gilden nu officieel opgeheven zijn, blijft er grote onzekerheid over wat er nu moet gebeuren met deze gelden en de jaarlijkse inkomsten. De provisionele commissarissen waren ook in Haarlem 20 voor een groot deel gekozen uit de juist afgezette dekens en vinders. Verschillende van hen vragen nadere inlichtingen; hun onzekerheid is te begrijpen door de bepaling van de Publicatie van 5 October, die voorschreef dat voorlopig alle gildevoorschriften, die dienden ,,tot de goede politie, ter vermijding van alle wanorde, en tot voorkoming van alle schaden, die anderszins aan 's Lands financiën zouden kunnen worden toegebracht" 21 gehandhaafd moesten wor den. De provisionele commissarissen van het broodbakkersgilde

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1969 | | pagina 98