feest. Vrienden ontmoeten of maken. Of gewoon maar zitten,
moederziel alleen. Plezier hebben om Duitsers, die steenvast
een kop koffie namen met twee enorme punten slagroomge
bak. In het voorseizoen de bloemenmeisjes die van het terras
een nieuwe lente maakten.
Vandaag is het een dies ater, een zwarte dag voor Haarlem
geworden. Geen Snack Brinkie meer, geen mam'selle en geen
bébé. Je gaat piekeren. Je bent bezorgd over wat er van dit
mooiste punt van Haarlem worden gaat. Zakenmensen willen
met ons sentiment niets van doen hebben. Wie het complex
koopt, wil er op verdienen. Het zal een zakenman, zeker als
hij niet uit Haarlem komt, een zorg zijn, of hij in Brinkmann
een wasserette vestigt, of anders een showroom van was
machines. Haarlem, let op Uw saeck. Genoeg hierover. Bij
deze uitvaart nog slechts dit: Brinkmann bedankt. We hebben
een fijn huwelijk gehad. We zullen er onze kleinkinderen over
vertellen.
Zelfs op de laatste maar zeker niet de langste dag ston
den er nog verse bloemen op de tafeltjes en op het terras
deed men alsof er niets aan de hand was. Maar binnen hingen
de antieke schemerlampjes schever dan anders en de over de
inboedelveiling vergaderende commissarissen lieten daar niets
meer aan veranderen. Zo is Brinkmann op een mooie zomer
dag dan toch nog als een nachtkaars uitgegaan. Vrijwel ge
ruisloos en onopgemerkt werden gisteravond de deuren achter
de negentigjarige Heer Horeca dichtgeslagen. Geen deputatie
van het stadsbestuur was er voor een postume hulde. Wel
waren er de doorgewinterde Brinkmannbezoekers om de
„huiskamer" of het „hart" van Haarlem aan een laatste
melancholieke inspectie te onderwerpen. Ze zeiden: „Het
is doodzonde maar waar. En wat moetje daar nou als
ober op antwoorden? De laatste bestelling: een portie bitter
ballen.
HAARLEMS DAGBLAD:
HERINNERING AAN HAARLEM EN BRINKMANN