107 ter ere van die vaste klanten in ere hield als Brinkmann. Het ging er toe als in een kerk, jaar na jaar met hetzelfde ceremonieel en zonder veranderingen in het interieur. De stoelen, de muurboxen, de klanten en de kelners van Brink mann vormden samen één levend museum van beschaafd en stijfjes uitgaan, maar het was een uitgaan dat de bekoor lijkheid van een zeer oorspronkelijk karakter had. Geen haast Brinkmann heeft grote persoonlijkheden binnen zijn muren gehad, die door een buigende Joop Brinkmann werden ver welkomd en door langzame maar punctuele kelners werden bediend. Het ging bij Brinkmann nooit vlug. Het was alsof het huis werd gevoerd onder het motto, dat degene die binnenkwam maar liever buiten moest blijven als hij haast had. Toch zijn er jaren geweest dat Brinkmann propvol was, iedere dag op vaste uren: bij de lunchtijd, in het namiddag uur en des avonds na achten. De ambtenaren van het stad huis, de journalisten en de zakenlieden ontmoetten er elkaar, de welgestelde huisvrouwen kwamen er hun nieuwe bont mantels showen en de bevallige fatsoenlijke meisjes uit win kels en kantoren droegen er op hoop van zegen hun welge vormde boezem voorzichtig binnen. Joop Brinkmann was niet alleen een praatgrage vriend voor zijn gasten, hij was ook een maecenas en bezorgde menig beeldend kunstenaar een welkom extraatje. Hij was doods bang voor publiciteit, maar zeer gesteld op journalisten. „Och ja, jullie zitten de hele dag middenin die narigheid van de wereld, wat is er toch een narigheid, maar ja, we zullen er maar het beste van hopen". Dat was een stereotiepe be groeting die krantenmensen van hem mochten verwachten en wee de journalist die er al te diep op inging. Dan was Joop Brinkmann de eerste uren voor zijn zaak verloren en putte hij zich uit in filosofieën en vrije consumpties. Een ideaal gast heer en een goede zakenman tegelijk, maar het kostte wel wat tijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 109