120 zoals de Vlaardingencultuur, de Standvoetbekercultuur en de Klokbekercultuur. Aardewerk hiervan werd in Haarlem, evenmin als in de omgeving tot nu toe niet gevonden. Het oudst te identificeren aardewerk bestaat uit een aantal scher ven van Potbekeraardewerk, gevonden in 1963 bij de aanleg van een gasleiding bij de Schoterweg. Het behoort tot het jongste aardewerk uit het Laat-Neolithicum. De vondstom standigheden worden hierna nog bij de waarnemingen ver meld. Verder is uit Haarlem nog een laat-neolithische bijl bekend, helaas een losse vondst, waarvan de herkomst niet meer was te achterhalen (H. H. van Regteren Altena en J. A. Bakker 1967). Van belang is een nog niet beschreven, doch in een vondst- bericht vermelde „Fels Ovalbeil", gevonden te Heemstede in relatie met de strandwal Heemstede-Spaarnwoude (Louwe Kooijmans, 1969). Deze kan in het Midden-Neolithicum worden gedateerd en is derhalve de eerste vondst van deze ouderdom in West-Nederland. Als absolute ouderdom kan ongeveer 25003000 j. v. Chr. worden aangehouden. Deze datering is in overeenstemming met de via het C14-onderzoek verkregen ouderdom van de strandwal Heemstede-Spaarn woude. Uit de Bronstijd (ca 1700700 j. v. Chr.) zijn uit de om geving diverse belangrijke vondsten bekend, o.a. te Vogelen zang (Groenman-van Waateringe, 1966) en te Velsen Noord zeekanaal (Vons, 1970). Uit Haarlem kan uit deze tijd een vuurstenen pijlspits worden vermeld die in 1966 in uitge worpen zand, afkomstig van de strandwal Heemstede-Spaarn woude, in Schalkwijk werd gevonden. De pijlspits zou moge lijk ook nog uit het Laat-Neolithicum kunnen dateren (Cal- koen, 1967). De verder in het artikel bij de waarnemingen nog te behandelen pre-historische bewoning bij de Ridder straat kan waarschijnlijk eveneens in de Bronstijd worden gesteld. Uit de Ijzertijd (ca 700 j. v. Chr. tot het begin der jaar telling) zijn uit Haarlem in het geheel geen vondsten beschre ven. In de omgeving van Haarlem, o.a. in het gebied van de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 122