147 Het veen (d) waarvan de onderkant niet werd bereikt, dateert volgens een pollenanalytisch onderzoek van voor het begin der jaartelling. Het behoort tot het Hollandveen, dat zich ten oosten van de strandwal uitstrekt. Het hierboven gelegen deel van het profiel werd waarschijnlijk in zijn geheel door de mens aangebracht, hetgeen voor de klei (c) moeilijk te be wijzen is. Volgens het pollenanalytisch onderzoek dateert deze uit de Middeleeuwen e.w. voor een deel, zo niet geheel uit de 14e eeuw. Een enkele maal wordt in de omgeving van het Spaarne een dun kleilaagje op of in het veen aangetroffen; deze kunnen mogelijk verband houden met middeleeuwse overstromingen Ook langs de noordzijde van de Nieuwe Gracht komt tussen de Kruisweg en het Spaarne het Hollandveen voor. Aan de westzijde bevindt zich hierin een uitwiggende laag van duinzand. L it de gegevens blijkt, dat Bakenes voor een deel op Hol landveen ligt, terwijl zich langs het Spaarne een zone van onbekende breedte bevindt van jonger, voor een deel zeker door de mens aangebracht ophogingsmateriaal. Aan de kant van de Bakenessergracht, zeker in het noordelijk deel daarvan bevindt zich nog een zone met een aantal inschakelingen van duinzand in en mogelijk op het veen. Archeologica, die de veronderstelde vroege bewoning, die in de benaming „Oud Haarlem" tot uitdrukking komt zouden kunnen bevestigen, werden niet aangetroffen. De schrijver dankt ieder die op enigerlei wijze bij het ver zamelen en verwerken der gegevens heeft bijgedragen: van de Rijks Geologische Dienst Dr. W. H. Zagwijn voor het bespreken van de diverse waarnemingen, de heren A. du Saar en G. Spaink voor het verrichten van een aantal milieube palingen, mej. K. F. de Boer, mevr. J. L. Boks-Paulik, mevr. I. A. Geutskens-van Putten, mevr. I. Delorme-Suttorp en mej. Th. Veldkamp voor de documentatie van monsters en DANKBETUIGING

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 149