12 -
zullen kunnen worden, tot behoud van het typische karakter
van de kern van onze stad.
Ook voor onze vereniging is 1970 in menig opzicht voor
spoedig geweest. Per 1 januari 1971 bedraagt ons leden-aantal
1128. Rekening houdend met het natuurlijke verloop, is dit
een zeer bevredigend aantal. Wij hopen echter dat ons leden
aantal nog zal blijven groeien. Dat zou ook gunstig zijn voor
onze financiën, welke in verband met de nog steeds stijgende
kosten wel enige zorg baren. Er is dan ook gebruik gemaakt
moeten worden van de machtiging, ons in de algemene ver
gadering verleend, om de minimum contributie te verhogen
tot 12,50 per jaar. De leden, voor wie dit een onoverkomen-
lijk bezwaar is, kunnen echter/ 10,per jaar blijven betalen.
Met dankbaarheid moge vermeld worden dat meerdere leden
vrijwillig een hogere contributie dan het minimum betalen en
dat bovendien van twee leden waardevolle giften werden ont
vangen, welke hierna onder het hoofd „Schenkingen" ge
noemd worden. Onze jaarvergadering werd gehouden op
Woensdag 24 juni 1970. Het Regentschap van het Coen Cuser-
huis verleende ons voor die bijeenkomst op zeer gewaardeerde
wijze gastvrijheid. Tijdens de pauze konden de aanwezigen
de Regenten-kamer bewonderen, welke is ingericht met antie
ke betimmering en inboedel, waaronder enige fraaie oude
schilderijen.
In die algemene leden-vergadering werden tot erelid be
noemd de oud bestuursleden Mej. Dr. G. H. Kurtz en de heer
Mr. C. M. J. de Jongh, wegens beider verdiensten voor onze
vereniging.
De aan de beurt van aftreden zijnde bestuursleden Enschedé,
Vrijland en Wiegel werden bij acclamatie herkozen.
De penningmeester werd met dank gedechargeerd en een
nieuwe kascommissie werd benoemd, bestaande uit de leden
V. A. Blikslager, G. Brouwer en ir M. A. Julius.
De voorzitter dankte voor de gelukwensen en attentie hem
door de leden aangeboden naar aanleiding van zijn benoeming
tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Bij de officiële uit
reiking dezer onderscheiding ten stadhuize had de Burge-