165 De witte muren bekleed met netwerk van gouddraad, waartusschen klimop groeide uit bakken. Sober, maar zeer mooi. Op den hoek van de paden naar de oranjerie en Els- wout stond toen een groote lindenboom. Daaronder zat een corps blaaspoepen in uniform. Tot hunne lafenis op het grasveld een groot vat Pilsener met houten tafels er omheen. Onze knecht Frederik Kemp was geposteerd bij het wijn- hok achter de oranjerie en ik was belast met de orders van den chef-knecht van Duinlust aan Frederik over te bren gen. Mijne moeder zat naast oom Jan's vriend Fleeckeren Twickel, die een onmachtigen arm had. Stomverbaasd was ik, dat zij den getruffeerden kalkoen voor hem snijden moest, alsof het voor mij was. Flet was een zonnig, opge wekt feest. Trés bien en pointe. Naar Meran reisde Grootpapa eenige Winters met zijn ge- heele gezin en 5060 koffers, één was alleen bestemd voor zijn sigaren. Vandaar reisde hij telkens voor spoorbelangen terug en strandde eens 's nachts aan een klein station aan den Rijn; installeerde zich goed in de eerste klasse wacht kamer, waar iets later een Staboberst, Graf von Schweinitz, ook verscheen, die Grootpapa door zijn monocle ging be gluren, waarop deze de enorme huissleutel van Heeren gracht 460 te voorschijn haalde en den Oberst door 't oog ging begluren. Grober Unfug en bijna duel! Omstreeks 1885 had de H.IJ.S.M. koning Willem III aan geboden het lijntje Apeldoorn't Loo, met station, ran geerterrein en al. De koning had een kuur in Wiesbaden doorgemaakt, doch keerde twee maanden eer hij verwacht werd terug. Natuurlijk was alles nog niet klaar toen Sire pardoes kwam. „They had made the best of it" en vijf heeren van het spoorbestuur wachtten de koninklijke trein op. Toen Sire uitstapte, zei hijje suis fort mécontent, mes sieurs! Waarop Grootpapa als een rechte Van der Vliet, die precies zeiden en deden wat ZIJ goed achtten, overluid tot een van zijne collega's zei: verduiveld slechte manieren om aanmerkingen te maken als je iets cadeau krijgt! Waarop Willem III: je hebt verdomd gelijk ook, meneer Van der

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 167