177
aankomen, onder het (onjuist gebleken) motief: „dit is het
einde van de jacht".
In 1950 zijn ze op het laatste nippertje bereid uit de hand te
verkopen, als het grote plan tot stichten van het Nationale
Park „de Kennemerduinen" na lange voorbereiding tot stand
komt. Dat heeft niet alleen ten gevolge, dat eerst honderden,
daarna duizenden mensen gelukkig worden gemaakt met een
wandeling in een nauwelijks betreden gebied, maar het heeft
ook het voordeel, dat de erven het plotseling eens kunnen
worden over de verdeling van de rest. Overigens geen blijven
de toestand, omdat later individueel nog wordt verkocht.
In grote lijnen zijn er in de tijd van de eindeloze vergaderin
gen op „de Poort" (van Elswout) twee fasen. Bezien we eerst
de toestand rond het duinbezit kort na het overlijden van
„moeder van de hoogte". Dat is dus een terugblik.
Mevrouw Bijleveld woont dan op Belvédère in een door
haar gebouwd huis, waarover zwager Luden met de plannen
in de hand zegt: „ga je eigenlijk een hotel bouwen?".
De nieuwe eigenaar van 1927, Hendrik Smidt van Gelder,
breekt dit huis onmiddellijk af en zet er iets veel beters neer.
Hij heeft ook de beschikking over de „Brouwerskolk", waaraan
Belvédère en Vaart en Duin grenzen. Welk een voorrecht een
duinmeer te hebben in je plaats!
De Ludens hebben het oude grachtenhuis van David van
der Vliet, Herengracht 460 naast de Van Eeghens, verlaten en
wonen sinds 1898 op Koningshof. In het Koningsduin, waar
veel grond aan wordt toegevoegd, richting Aerdenhout (oud
tijds Van Lennep-bezit).
De Burdets beschikken over het nieuwe Lindenheuvel het
oude heet dan Overbeek en luisteren er 's nachts naar de
nachtegalen, trouwens niet de enige vogel, waarvoor dit echt
paar belangstelling heeft. Geen nederlander, die meer wist van
onze vogelfauna dan de zwitser Adolphe Burdet, wiens films
een europese bekendheid verwierven. Hun kinderen keren la
ter naar Zwitserland terug.
Mevrouw Egidius is bloot-eigenares van Duinlust, waar ze
van 18941897 als jonge weduwe met haar gezin inwonend is