DE LATIJNSE INSCRIPTIES VAN
HAARLEM
(Aanvulling op „Haerlem", 1965, p. 87/89)1
Op de lijst van Latijnse inscripties te Haarlem, die hier
enkele jaren geleden werd afgedrukt, is thans de volgende
aanvulling mogelijk:
In het portaal van de St. Josephskerk aan de Jansstraat
bevindt zich boven de hoofddeur een marmeren gedenkplaat,
waarop te lezen staat:
D.O.M.
In honorem S. Joseph JV.D.JV.J.C.S.B.M.V.
Fundatum IV Idus Septemb. MDCCCXLI
Dedicatur pridie Kal. Jun. MDCCCXLIII.
Volledig uitgeschreven, zou deze tekst hebben geluid:
Deo Optimo Maximo
In honorem Sancti Joseph, Mutritoris
Domini Mostri Jesu Christi, Sponsi
Beatae Mariae Virginis.
Fundatum IV Idus Septembris MDCCCXLI
Dedicatur pridie Kalendas Junii MDCCCXLIII.2
Verder staan in de gevel van de rond 1900 gebouwde H.
Hartkerk aan de Kleverparkweg de woorden:
Ite ad me omnes qui laboratis et onerati estis 3
die ontleend zijn aan de Vulgata-vertaling van het Evangelie
volgens Mattheus 11, 28.
Tenslotte nogmaals iets over de teksten boven de poort,
welke bijna 300 jaar lang toegang heeft verleend tot de stede
lijke Latijnse School aan de Jacobijnestraat, en die nu de
binnenplaats van het Frans Halsmuseum siert.
De Griekse woorden daarop heeft in 275 v. Chr. de dichter
Theocritus neergeschreven in een gedicht ter ere van de Sici-