254 Hier op den kruisweg waar wij thans staan, ligt eene bouw val voor ons. Weet, amice, dat het gebouw 't welk ge daar voor U ziet en waarvan men, kort geleden, met luchtige hand, twee, op stadsmanier onder één dak gelegen, optrekken of buitentjes gemaakt heeft, niets anders is dan de bouwval van eene verlustigingsplaats, minder beroemd om haar over- geestig uithangbord dan om de bekoorlijkheid van hare lig ging en de bekwaamheid van haren kok. Waar zijn de tijden gebleven toen de patricische Geleerde Man, met Postbrug, Haagsche Schouw en 's Molenaarsbrug, maar meer nog met het aristocratische Huis ten Dijl, naar de gunst dong van allen die ontgroen- of promotiepartijen te geven hadden? De tijden toen gedurig eene file van Leydsche koetsen en kalessen voor de warande van de geleerde man stilhield, drommen studen ten aanvoerende die hier feest kwamen houden. Wie noemt mij het tal van meerbaarzen hier door grage magen verorberd, het getal ankers Marcobrunner en flesschen Champagne hier leeggedronken, het getal der bacchanaliën hier gevierd? Maar wie zegt mij ook hoe veel vonken van geest en scherpzinnig heid hier vaak schitterden, hoeveel vriendschapsverbonden hier gesloten, hoeveel onvergetelijke oogenblikken hier door- gebragt werden? Deze zelfde plek bezat eene even groote, magische, aantrekkelijkheid voor eene andere categorie van feestvierenden: met den Delftschen Koetswagen, onder an dere, deelde zij in de bijzondere genegenheid van pas ver bonden echtelingen, die de weelde welke zij in elkanders bezit smaakten, hier, door de aanschouwing dezer prachtige na tuur, nog kwamen verhoogen en veredelen. Had ik dus geen gelijk deze plek een bouwval te noemen?A4aar zie eens om U heen, mijn vriend, en erken dat ik de fraaiheid dezer plek niet zonder reden roem. Welk een uitnemend gezigt moet men, vooral in den vóóravond, op deze rustieke bank in den hof van het Huis te Bijweg, op Bennebroek en zijn schilderachtig kerkje hebben! Daar naderen we den prachtigen Hartenkamp, waar de groote Linnaeus de drie jaren van zijn verblijf in Holland voornamelijk sleet. Deze plaats, thans het eigendom van den

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 256