257
bij het stoomwerktuig gehuisvest zijn, en die de eene zijde van
het terrein flanqueren, dat aan de tegenover gestelde, noorde
lijke, zijde door het machine-gebouw beheerscht wordt. De
aanmerkelijke tusschen in gelegen ruimte wordt ingenomen
door drie groote vierkante waterkommen of filters, waarin
het water, door een openliggend gemetseld riool of beek, uit
de duinkom vloeit. De smalle, gemetselde, aqueduc, dien wij
thans volgen, brengt ons ineens in het hart der heerlijke bui
tenplaats Leiduin, waar het kanaal uit lieve, belommerde
slootjes bestaat, hier en daar van lieflijk ruischende kleine
watervallen voorzien. Mijn reisgezel is opgetogen over de
schoonheid van den hof, door welken het kanaal der water
leiding zich bevallig heen slingert, en kan zich maar niet
begrijpen hoe de eigenaar, de heer Van Lennep, zóó cos-
mopolitisch is, om zijne schoone plaats door ieder wie slechts
wil te laten doorkruisen.
Eindelijk bereiken wij den achterweg, waar wij het rijtuig
reeds aantreffen. Wij worden nu langs den heerlijk door
eikenloof belommerden achterweg, naar den Zandvoortschen
steenweg voortgeschommeld. Ook hier, zeg ik tot mijn mede
gezel, terwijl wij achter Leiduin en Boekenrode omrijden,
zouden wij door een tal van de liefste zijlaantjes kunnen rond
dwalen; want deze achterweg is veel vlakker en veel meer
bepoot en beplant dan de achterzijde van Overveen en Bloe-
mendaal, waar de overschoone buitenplaatsen meestal vlak
tegen het barre duin aanliggen.
Wij staan aan den Zandvoortschen weg bij een vijfsprong:
voor ons liggen twee paden, waarvan het eene naar Kraantje
Lek, het andere naar den Aardenhout voert; links van ons
ligt Zandvoort; maar wij moeten regtsom, het geheel met
klimop begroeide zitje van Boekenrode en het lieve plaatsje
Bosch- en Landzicht langs en het klaphek door. Gij zoudt
hier in „Het Gouden Klaverblad" een twaalfregelig vers
kunnen lezen, vervaardigd ter herinnering aan zekeren hertog
Van Langeveld die op een goeden dag in 1628 in deze herberg
een fabelachtig kras ontbijt moet genomen hebben.
Ik maak mijn medgezel opmerkzaam op het, tegen het