34
gekozen, welke funktie hij bekleedde tot 6 september 1949
toen hij niet meer in de nieuwe raad terugkeerde.
Ook na zijn pensionering is de heer Noordhoff een actief
man gebleven. Hij was voorzitter van de bejaardenstichting
„De Blinkert" en publiceerde ook toen nog vele artikelen over
de petroleum-politiek.
Persoonlijk heb ik vanaf september 1939, aanvankelijk als
raadslid en na mei 1945 als collega-adviseur en later wet
houder, nauw met de heer Noordhoff samengewerkt. Hij was
een zeer principieel man en had een zekere onverzettelijkheid
en ofschoon hij wat kortaf kon zijn, was hij in feite een vrien
delijk mens. Zijn speeches in de raad ook als wethouder
bij de verdediging van de begroting waren uitnemend
voorbereid en zijn grote belezenheid bleek uit het grote aantal
citaten waarmee zijn speeches doorspekt waren.
In de eerste na-oorlogse jaren heeft hij met de sanering van
de gemeentefinanciën stellig geen gemakkelijke taak gehad.
Zeker kan gezegd worden, dat hij in zijn tijd een markante
figuur was, die men node in de gemeenteraad gemist heeft.
D. J. A. Geluk