62
in den kortst mogelijken tijd vervaardigd." De overige historie
is gekombineerd met het reeds beschreven pand nr." 36.
Het hoekpand, oudtijds wijk 3 nr. 19 en 20 of later Lange
Veerstraat 40 en Anegang 39—41, werd in 1829 bewoond
door Cornel is Janssen, geboren in 1774 en van beroep koop
man en winkelier in „eyeren" e.d. Het gedeelte Anegang was
toen als pakhuis ingericht. In 1849 wordt het pand mede
bevolkt door Hendrik Broekmeyer, geboren in 1818; zijn
middel van bestaan bestond uit het verkopen van vis. Tot
1921 is het pand als zodanig ingericht geweest. In 1891 wordt
de nering omschreven als: „Handel in oesters, kreeften,
versche en gerookte zalm, haring, ansjovis, boter, eieren'
comestibles enz." In 1921 staat het huis leeg en is afgebroken,
waarna het terrein is getrokken bij de fa. de Faam (Schlat-
mann). De laatste jaren kenden wij het gebouwenkompleks
als de woninginrichting MARANKA, aan welke inrichting
slechts een kort bestaan zou worden geboden.
Hoe jammer is het, dat een kelder, bestaande uit enige
gewelven en twee pilaartjes de enige overblijfselen zijn van het
rijke en veelbewogen verleden van deze eens ongetwijfeld
florerende en architektonisch zo harmonieuze winkelstraat.
De aanblik die de hoek thans biedt is verre van florisant en
harmonieus. De puinhopen zijn weliswaar geruimd en wat
restte is aan het oog onttrokken door een schutting. Zelfs de
geblakerde muur van het café, dat overeind bleef, werd ge
slecht en vervangen door een nieuwe gevel, die, gezien de
weinig fraaie steen, die gebruikt is, niet voorbestemd lijkt om
in. het gezicht te blijven. Zou deze „open plek" dan gedoemd
zijn weer volgebouwd te worden? Wellicht ware het beter te
overdenken deze „open plek" te integreren in het voetgangers
domein van de Anegang.
F. Tames