93 In de periode van pessimisme en onzekerheid ontmoette hij Titia van Gelder, in 1889. Hij had de Musset's Meinacht ver taald en Gorter had zijn Mei voltooid. Gorter las Van Looy voor en zou gezegd hebben: ,,Je moest het eens horen als Titia van Gelder het voorleest".22 Gorter nodigde Van Looy uit voor een avond waarop zij zou voorlezen. Er volgde een briefwisseling tussen Van Looy en Titia van Gelder, en het jaar daarop droeg zij Van Looy's De dood van mijn poes voor. In 1892 trouwden zij. In haar vond Van Looy de vrouw die hem houvast gaf. Zij geloofde in zijn kunstenaarsschap.23 Na een kritiek op geëxposeerd werk die hem kwetste, had Van Looy zich als schilder uit de openbaarheid teruggetrokken. Maar Titia van Gelder heeft altijd geweten dat hij ook als tekenaar en schilder erkend zou worden. Toen na Van Looy's dood het omvangrijk oeuvre dat hij had geschapen, bekend werd, kwam de algemene waardering voor Van Looy als tekenaar en schilder. Ik verwijs naar Gornelis Veth 24 in 1930, naar A. M. Hammacher 25 in 1942, naar F. P. Huygens 26 in 1940 (en '47). Intussen mag niet verzwegen worden dat de droom van Titia van Gelder geen werkelijkheid is geworden. Zij zag in de schrijver-schilder Van Looy zozeer de Haarlemmer, dat zij het woonhuis met bijgebouwde museumzaal vermaakte aan de gemeente Haarlem. Moeilijkheden rondom het testament hebben ertoe geleid dat het gemeentebestuur het niet verantwoord achtte de erfenis te aanvaarden. Deze kwam toen uiteraard aan de familieleden, die een belangrijk ge deelte der kunstwerken hebben laten veilen. Een in allerijl samengekomen groepje mensen, de kern van het latere be stuur van de Stichting Jacobus Van Looy", wist aan te kopen wat de Stichting nu nog bezit. Veel, maar zeker niet genoeg. Door vriendelijke giften van erfgenamen en anderen is het bezit nog enigermate gegroeid. De gemeente Haarlem kocht huis met museum, en ging daarin het bezit van de Stichting beheren. Enige jaren geleden constateerde het gemeentebestuur dat er te weinig belangstelling bestond voor het excentrisch ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1970 | | pagina 95