In verband met zijn functie van kerkorganist heeft Jan Mul op
het gebied van de R.K. Kerkmuziek voortreffelijk werk verricht
(hij beschikte in de kerk te Overveen over een uitstekend koor),
onder meer heeft hij de Propriumteksten (wisselende gezangen)
van nieuwe muziek voorzien.
Wouter Paap schrijft hierover in „Mens en Melodie" het volgen
de: en gedurende de jaren 1966-1970 legde hij de laatste
hand aan dit project, dat een unicum in de hedendaagse kerk
muziek genoemd mag worden."
Niet alleen de kerkmuziek had zijn belangstelling, hij bewoog
zich op zeer veelzijdig gebied.
Wie onzer herinnert zich niet de kostelijke filmmuziek bij „Fan
fare", zijn Sinfonietta en vele andere composities.
Hij vertelde mij eens toen ik hem ontmoette en bedankte voor
de mooie critiek, die hij over één mijner leerlingen had geschre
ven (hij was criticus aan de Volkskrant), dat hij zes pianostukjes
had geschreven getiteld: „Les Donemoiselles". Op mijn vraag
wat deze wonderlijke titel betekende antwoordde hij dat het
schetsjes waren, die een uitbeelding gaven van de altijd vriende
lijke dames, die bij Donemus werkten. Laat ze maar eens door je
leerlingen spelen, voegde hij mij toe.
Voor het werk van zijn collega's had hij altijd veel waardering en
als hij hierop kritiek had was hij mild in zijn oordeel.
Toen Jan Mul op 20 September 1971 zijn zestigste verjaardag
vierde heeft de N.C.R.V. als huldeblijk een bloemlezing uit zijn
werk uitgezonden.
Door de grote veelzijdigheid van zijn talent werd hij wel eens de
hollandse Poulenc genoemd, een bijnaam waarna hij altijd met
een glimlach luisterde.
En zo vulde dit leven zich met lesgeven, componeren en het
zitting hebben in besturen van verenigingen op muzikaal gebied.
Bij het uitoefenen van al deze werkzaamheden viel een ieder zijn
bescheidenheid, zijn hartelijkheid en zijn grote welwillendheid
op.
Een goed mens, een goede vriend is heengegaan.
Piet Vincent
61