het advies van de schoonheidscommissie. Een jaar later, dus in 1933, werd een plan goedgekeurd voor een verbouwing van de winkelpui. Dat ook dit niet is uitgevoerd strekt eveneens tot vol doening, want de 19e-eeuwse pui is pretentieloos en doet aan het totaalbeeld van de gevel geen schade. Het gevelgedeelte met de trappen, dat het sterkst naar voren helde, is bij de restauratie opnieuw opgetrokken. De ramen kre gen een aangepaste indeling en de onderdorpels van de kozijnen op de eerste verdieping zijn opgenomen in de weer aangebrachte cordonband. Eigenlijk hadden deze dorpels bovenop de cordon- band moeten komen, maar dan werd de borstwering wat hoog, hetgeen de bewoners niet zo prettig vonden. De verflaag is van het melselwerk verwijderd, zodat de kleur van de baksteen nu weer zichtbaar is. Het op de cartouche geschilderde jaartal 1608 is weggelaten; deze aanduiding bleek niet van oude datum te zijn en in het archief zijn geen bewijzen gevonden dat het huis in dat jaar is gebouwd. De lelijke asbestcementleien op het dak ble ven gehandhaafd; het vervangen door oude pannen werd te kost baar. Met de restauratie was toch reeds een uitgave gemoeid van ruim 46.000,-. De gevel staat er nu weer fris en gaaf bij; een eenzame getuige uit de tijd dat architectonische schoonheid nog een dagelijks verschijnsel was. Dikwijls zijn het ongunstige omstandigheden die de overheid er toe brengen zich met bepaalde zaken in te laten. In het pandje Begijnhof 20, op de hoek van de Lange Begijnestraat, had een kleine brand gewoed. De gevolgen hiervan deden de directeur van bouw- en woningtoezicht twijfelen aan het recht op voortbe staan van dit schamele monumentje, dat ook reeds door andere oorzaken zwaar geteisterd was. In januari 1961 schreef hij zijn collega van openbare werken dat de kap en de topgevel gesloopt zouden moeten worden, tenzij op korte termijn een andere oplos sing gevonden werd. Een in het gemeentearchief aanwezige teke ning van H. P. Schouten bracht uitkomst. Deze toonde hoe de toestand was omstreeks de tweede helft van de 18e eeuw. Wie de fraaie prent zag, kon niet ontkomen aan de wens dat dit stukje stadsschcon in ere hersteld zou moeten worden. De afbeelding 107

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1972 | | pagina 109