is gereproduceerd in het Jaarboek 1969, biz. 131. Openbare werken rapporteerde burgemeester en wethouders dat het huisje binnen het te saneren gebied lag en de eigendom dus voor de gemeente van belang was. De toezending van een foto van de oude afbeelding had de verwachte uitwerking. In de raadsver gadering van 21 augustus 1963 werd besloten tot aankoop, voor de som van 700,-. Ook mocht een restauratieplan worden ge maakt. Hierbij deed zich echter het probleem voor dat de geringe grootte weinig mogelijkheden bood voor een passend gebruik. Dit leidde tot het idee, de ruimte van Begijnhof 20 uit te breiden door er het pandje Lombardsteeg 14 naast te zetten. Ook dit huisje had slechts kleine afmetingen. De uit deze gedachte ont stane schetstekening gaf een aantrekkelijk romantisch geheel te zien. De architect werd er zelf door bekoord en wenste zich deze creatie als toekomstige eigen woning. Later luwde zijn belang stelling en vertrok hij naar Norg, waar de omgeving wat meer levende natuur biedt dan het Begijnhof. Het plan werd vervol gens een vast bestanddeel van een dossier. Het wachten was nu op een andere gegadigde. Elk stuk antiek vindt op den duur wel een koper. Het ontwerp kon eindelijk uit zijn sluimertoestand worden gehaald toen de directeur van de Amsterdamse Maat schappij tot Stadsherstel zich aandiende met het verzoek, inzage te mogen hebben van de voorraad Haarlemse monumenten die in aanmerking kwamen om gekocht en gerestaureerd te worden. Zijn komst hield verband met de Viering van het 250-jarig be staan van de oude begrafenisbos „De Vrijwillige Liefdebeurs", gevestigd in de Korte Begijnestraat 16. Het bestuur van deze in stelling, thans genaamd „De Onderlinge van 1719", wenste ter gelegenheid van dit jubileum Haarlem te dienen door op aantrek kelijke voorwaarden de financiering van een restauratiewerk mo gelijk te maken. Stadsherstel Amsterdam was door de Liefde- beurs benaderd om op deze wijze hier iets tot stand te brengen. Monumentenzorg Haarlem nam de kans waar en presenteerde Begijnhof 20 als het meest begerenswaardige object dat er in onze stad te vinden was. De prent van Schouten kwam hierbij goed van pas, daar het zielige overblijfsel van het monument zelf in overtuigingskracht tekort schoot. De ligging nabij de Liefde- 110

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1972 | | pagina 112