voorbij de Gravestenenbrug ging de boot korte tijd voor anker
en werd een beurtzang ingezet tussen het carillon van dit geres
taureerde monument en dat van de Grote Kerk. Vervolgens
mocht de aanlegsteiger bij de Catharijnebrug dienst doen om het
gezelschap weer naar de wal te leiden, waarna men zich door de
Valkenstraat naar de zijingang van de kerk begaf. Ook talrijke
anderen gingen daar naar binnen, want alle bewoners van Bake-
nes waren voor deze feestelijke samenkomst uitgenodigd. De van
de toren wapperende Haarlemse vlag en de herauten met hun
trompetten op de trans accentueerden het feit dat er die middag
iets bijzonder aan de hand was. Duidelijk bleek dit ook uit de
toespraak van de burgemeester en die van de twee monumenten-
zorgers van rijk en gemeente. Het gebruikelijke gelegenheidsvocht
besprenkelde tenslotte de gevoelens van voldoening over het re
sultaat van dit restauratiewerk. De man die de kwaliteit van de
Bakenessergracht als viswater beproefde kon het niet zoveel sche
len. Hij vond het zonde van het geld want je staat nu eenmaal
niet de hele dag naar zo'n toren te kijken. Voorts was deze man
van mening dat je beter aandacht kunt schenken aan hetgeen er
op de grond ligt dan aan datgene wat er uit die toren komt val
len. Laatstgenoemde opmerking getuigde van realiteitsbesef. De
kans dat er de eerste 50 jaar iets uit de toren valt is namelijk
uiterst klein. Tot 1969 stonden de zaken er anders voor. Toen
zat er inderdaad nog menig steekje los aan dit kunstwerk en zou
een waarschuwingsbord tegen vallend gesteente op zijn plaats zijn
geweest. „De steen brokkelt af, vertoont scheuren en er bestaat
ernstig gevaar voor vallende stukken; aan de voet van de toren
is de speelplaats van een school!" Zo staat het in een rapport dat
op 22 april 1968 werd uitgebracht door de rijksdienst voor de
monumentenzorg. Na deze waarschuwend opgeheven vinger kon
den de maatregelen niet lang meer uitblijven. Een maand later
vonden burgemeester en wethouders een aanvrage op hun groene
tafel om voor de restauratie een krediet van ruim 1,6 miljoen
gulden beschikbaar te stellen. Het raadsbesluit volgde reeds op
30 oktober van dat jaar. De activiteiten die zich daarna mani
festeerden bestonden uit de verplaatsing van het ketencomplex
dat op de Oude Groenmarkt dienst had gedaan voor de restaura-
126