Maatschappij tot Stadsherstel n.v. geheel werd herbouwd met
financiële hulp van de Haarlemse Liefdebeurs (begrafenisbos „De
Onderlinge van 1719"), heeft een bestemming gevonden als
„Gildehuys" van de Makelaars in onroerende goederen. Na enige
toespraken in de Waalse kerk, werden aan het herbouwde pand
een gevelsteen, waarop zijn aangegeven het symbool van „De
Onderlinge van 1719" en de spreuk „In alles ghetrou" en een
plaquette met het vignet van Stadsherstel onthuld. In de be
stuurskamer van het verzorgde inwendige van het gebouwtje
hangt het geschilderde portret van wijlen de heer Paul Borghouts,
oud-voorzitter van de Haarlemse afdeling van de N.B.M., die
mede het initiatief nam tot het verwezenlijken van dit „Gilde
huys".
Terugblikkend op het jaar 1972 kan gerust gezegd worden dat er
nog heel wat tot stand is gebracht en vele initiatieven zijn ont
wikkeld.
1973 zal voor de Haarlemse burgers een bijzonder jaar worden
wegens de herdenking van het beleg van onze stad door de Span
jaarden vierhonderd jaar geleden.
Aan de voorbereidingen van deze herdenking is hard gewerkt.
Ook de Vereeniging „Haerlem" heeft daaraan haar steentje bij
gedragen. De lezers van het Haarlems Dagblad werden door een
serie boeiende artikelen van de hand van de adjunct-gemeente
archivaris, drs. J. J. Temminck, reeds op de herdenking voorbe
reid.
Van harte hopen wij dat deze herdenking een succes zal worden
en de verbondenheid van dc burgers met hun stad nog zal ver
sterken.
Dankbaar dat wij ook in 1972 van de gemeente Haarlem en
Bloemendaal dezelfde subsidies als in het vorige jaar mochten
ontvangen, welke bijdragen tot het zo goed mogelijk in evenwicht
houden van onze financiën, hopen wij het komende jaar met
vertrouwen in te kunnen gaan.
IR. H. A. Breuning
secretaris
33