van baksteen zijn toegepast. Overigens is het heel goed mogelijk dat Joseph Cuypers reeds een aandeel heeft gehad in het ontwer pen van de St. Vitus te Hilversum, iets wat verder gaat dan de uitvoering, waarvan bekend is dat deze aan Joseph was opge dragen. Indien dit zo is zou er een verklaring gevonden zijn voor de Joseph-achtige venstervormen van de St. Vitus. Misschien heeft de zoon ook de vader beïnvloed bij het ontwerpen van de St. Petrus Banden te Oisterwijk, die van 1895-1896 gebouwd werd en vensters heeft van overeenkomstige vorm als de St. Bavo te Haarlem en de St. Vitus te Hilversum. Was de aanzet tot de ontwikkeling als onafhankelijk ontwerper bij Joseph Cuypers dus reeds aanwezig, bij het ontwerpen van de Haarlemse kathedraal is hij kennelijk in het beginstadium sterk onder de invloed van die andere (pseudo)kathedraal van zijn vadei geweest: de Amsterdamse St. Willibrordus. Al spoedig bleek echter de onafhankelijkheid van Joseph, want in het uit eindelijke ontwerp (afb. 19), liet hij duidelijk het systeem van de kerk met dichtopeenstaande pijlers varen, want hij plaatste de pijlers verder uiteen waardoor de ruimte voor de gelovigen, die de dienst wilden volgen overzichtelijker werd, iets wat Joseph toch wel als een verdienste aangerekend mag worden in een tijd, waarin nog vele kerken gebouwd werden waarin de vele pijlers hinderpalen voor de gelovigen waren. Ook vader P. J. H. Cuypers had reeds de voordelen ingezien van niet zo hoge, wijde ruimten en had in relatie tot de St. Willi brordus te Amsterdam gewaarschuwd tegen overdrijving van de hoogte.39 In de St. Bavo moest, afgezien van de ruimte voor de bisschoppelijke troon en het bisschoppelijk altaar, ook een om vangrijke parochie de H. Mis kunnen vieren waardoor een wijde, overzichtelijke ruimte des te wenselijker was. Heeft de reeds genoemde Egyptische driehoek de proporties van de St. Bavo bepaald, Jos. Cuypers heeft zich meer in het algemeen voor de uitgestrektheid van de St. Bavo laten inspireren door de weidse ruimten van de Hollandse stadskerken zoals de Goudse St. Jan, de Haarlemse (oude) St. Bavo, de Rotterdamse St. Laurens, ker ken die zich onderscheiden door „Een vrije en grote ruimte-ont wikkeling in hoogte en breedte, waarbij de verticale lijn veel min- 78

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1972 | | pagina 80