hij niet tevreden was over de donkerrode kleur van de ook door
zijn vader meestal toegepaste waalklinkers, die in combinatie met
gepleisterde witte vlakken, bijvoorbeeld weer om een bemidde
lend groen vroegen als tussenzone.49
Dat Joseph Cuypers lang geëxperimenteerd heeft met het kleu
renschema bewijst zijn opmerking, dat hij de spekslaagblokken
nog van polychromie had willen voorzien, maar dat een „bekwa
me Genius dit voorkomen had".50 Zijn consequentie bij het stre
ven naar kleur-door-materiaal wordt anderzijds bewezen door
zijn opmerking, dat hij gewenst had dat de fabricage van glazuur-
steen reeds bij het begin van de bouw zover ontwikkeld was, dat
hij de kapitelen van Roche d'Euville steen niet had hoeven poly
chromeren, maar in plaats daarvan verglaasd stenen kapitelen
had kunnen toepassen.51 Zeer oplettend was Joseph Cuypers
trouwens ook op de te verwachten lichtinval; hij gaf de voorkeur
aan grijsgroen, zogenaamd broeiglas waardoor veel, maar dan
getemperd licht kon binnentreden. Was de architect steeds bij de
verdere decoratie betrokken gebleven, wellicht waren dan niet de
ons inziens vrij donkere transeptvensters aangebracht.
Dat Joseph Cuypers zich tot op hoge leeftijd is blijven interesse
ren voor de St. Bavo wordt bewezen door een woedende brief,
die hij aan Dom van der Mey in Oosterhout stuurde toen hij
diens vensters in de O.L.V. kapel aanschouwd had.52
De huidige inwendige uitrusting van de St. Bavo heeft eensdeels
eigenschappen, die de waarde van de totale conceptie versterken,
maar er zijn ook latere toevoegingen die in deze kerk niet thuis
horen. In het algemeen kan men stellen dat in de St. Bavo die
kunstwerken het beste figuur slaan, die vervaardigd zijn door
kunstenaars die zich konden aansluiten bij Jos. Cuypers' visie op
kerkelijke decoratie en vooral het materiaal deden spreken. Mo
gelijk is er bijvoorbeeld bij het ontwerp van het bisschopsaltaar
ook invloed geweest van de vernieuwingsbeweging van de Bene
dictijner abdij van Beuron, die zich uitte in een nieuwe bezinning
op hoe een R.K.-kerk eigenlijk moest zijn en er mede de aanlei
ding toe was dat de neogotische vormentaal en decoratie in on
bruik raakte. Zo heeft het bisschopsaltaar van de Haarlemse
kathedraal de vorm van een eenvoudige tafel, die op zuilen rust
82