99
der tijden. Het scheploon, molster geheten, bedroeg meestal V24
tot Vie deel van het gemalen graan. Het afhouden geschiedde
met een speciale maat of schep, ook wel molsterschotel genaamd.
Wanneer de mulder de schep meel niet groter nam dan hem toe
kwam, dan was er niets op hem aan te merken. Maar er waren
mulders die te diep schepten en een ander liet ook „zijn mouw
meescheppen". Het geschepte meel werd in een speciale kist, de
schepkist bewaard en meestal door de mulder aan de dorpsbak
ker verkocht.
Op deze manier kon men vroeger brood verdienen. In de dertiger
jaren echter niet meer. Gelukkig is de prachtige Santhaes toch
bewaard gebleven. Laten we zuinig op hem zijn en op alle mo
lens!
Literatuur
A. Bicker Gaarten, De molen in ons volksleven,
F. Stokhuyzen, Molens.
P. Boorsma, Duizend Zaanse molens.
De molens van Zeeland.
Noordhollands Molenboek.
Molennieuwsen.
Eigen kennis heb ik opgedaan als leerling van Het Gilde van
Vrijwillige Molenaars.
Peter Hammann