110 niet bekend. Wel vindt men in de inventaris van het St. Elisa beth s Gasthuis te Haarlem uit 1778 manden en berries ge noemd:17 In de gedult of inneemcamer18 2 berries 2 matten (mat mand) In de gang 3 berries 4 matten 1 a 2 zwarte matten in het voddehok 1 zwarte berrie in de timmerloods De oogst aan gegevens over het ziekenvervoer per mand in de 17e en de 18e eeuw is dus gering. Zoals gezegd waren de zieken huizen in vroeger eeuwen voor de burgerij van weinig betekenis. Maar dit veranderde als een ernstige besmettelijke ziekte uitbrak. Voor de lijders aan de meest gevreesde van deze ziekten, in de 17e eeuw de pest, bestond het pesthuis. Het diende ter verpleging van deze patiënten, maar zeker ook, en waarschijnlijk vooral, ter hunner isolering. De patiënten, die niet meer lopen konden, werden naar het pesthuis gedragen. Het lijkt mij geen toeval, dat de gevelsteen in Alkmaar uit een pesthuis afkomstig is. In de 19e eeuw was niet de pest, maar de cholera de gevreesde ziekte, die telkens weer in epidemieën oplaaide. Uit deze eeuw hebben wij van het ziekenvervoer per draagmand wel geen af beeldingen, maar toch vermeldingen uit Haarlem, Leiden, Gou da, Rotterdam en Gorkum. Beperken wij ons tot Haarlem. Bij de nadering van de cholera zowel in 1832 als 1848 besloot het stadsbestuur in het Nederduitsch Hervormd Diaconie- en aal moezeniers armhuis en in het R.K. wees- en armhuis een draag mand te plaatsen om de zieken naar het Buiten-Gasthuis aan de Schotersingel over te brengen. In deze armhuizen was wel steeds heet water aanwezig ter verwarming van de mand; er waren daar 'i'f'- 5. Titelprent van Blankaarts Nieuwe Konstkamer der Chirurgie (1716).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 112