116
Inleiding
De zilveren voorwerpen, die voor expositie in de schatkamer
van de Haarlemse Sint Bavo kathedraal beschikbaar zijn gesteld,
zijn voor het grootste gedeelte afkomstig uit het voormalige
Groot-Seminarie te Warmond. Binnen de muren van dit instituut
had zich in de loop der jaren een zilvercollectie gevormd, die om
tweeërlei redenen in haar totaliteit voor het nageslacht bewaard
dient te blijven.
De verzameling als zodanig is namelijk in de eerste plaats van
belang vanwege haar sterk gevarieerde samenstelling. Weliswaar
ligt het hoofdaccent op het katholieke kerkzilver van nagenoeg
alle objecten van religieuze aard die in zilver werden uitgevoerd
zijn specimina voorhanden maar bovendien is er een aanzien
lijke hoeveelheid „huisraad" aanwezig, dat van hetzelfde mate
riaal vervaardigd is; hiertoe behoren onder meer talrijke kande
laars, zoutvaten, tafelbellen, een inktstel en een tabakspot.
Voorts is het opvallend hoe sterk de ouderdom van de diverse
stukken in de Warmond-Collectie uiteenloopt. Zo zijn van vrij
wel alle stijlen in de Nederlandse edelsmeedkunst van de afge
lopen vijf eeuwen voorbeelden aan te wijzen.
De catalogus vangt aan met een gotische kelk die dateert uit de
late middeleeuwen (cat. nr. 1). De stam en de cuppa van een in
1606 vervaardigd exemplaar (cat. nr. 2) zijn overigens nog met
soortgelijke motieven versierd, hoewel op het voetstuk de vanuit
Italië overwaaiende Renaissance-opvattingen tot uitdrukking ge
bracht zijn. In de loop van de zeventiende eeuw gaat de ontwik
keling van deze laatstgenoemde stijl steeds verder, waarbij in de
ornamentiek vooral sterk naturalistische bloemen en bladranken
een rol gaan spelen (cat. nr. 18). Men dient zich hierbij te reali
seren, dat de decoratie van het zilverwerk in de Noordelijke
Nederlanden van veel soberder aard was dan die in Antwerpen,
waar de meer exuberante barok, zoals die uit de schilderijen
van Rubens naar voren komt, ook de edelsmeedkunst beheerst
(cat. nr. 4).
Van de drie in Frankrijk ontstane „Lodewijkstijlen", die met een
opmerkelijke vertraging uiteindelijk bij ons zijn ingeburgerd, be
vinden zich vooral in het profane deel van de collectie represen-