149
Kruisiging. De gladde, zeszijdige stam wordt onderbroken door
een bewerkte nodus, welke evenals de voet een zestal engelen
kopjes draagt.
De cuppa is versierd met cartouches, die door bundels Lijdens
attributen worden afgewisseld. Op de medaillons binnen de ge
noemde omlijstingen zijn Maria (staande op de maansikkel; met
het Kind en een zwaard), Johannes de Doper (met een staf en
een lam) en Sint Laurentius (met een rooster en een boek) uitge
beeld.
Hoogte: 30 cm.
Merken: stadskeur van Amsterdam
jaarletter C (1634)
meesterteken: monogram van TB
Opm.: Het genoemde meesterteken (Voet A'dam no. 41) heeft
toebehoord aan de uit Utrecht afkomstige zilversmid Thomas
Bogaert (ong. 1597—1652), die aldaar in 1622 als meester in het
gilde werd opgenomen, en die zich enkele jaren later in Amster
dam gevestigd heeft.
Lit.: Ned. Mon. beschr. Leiden, p. 221-222; pi. CLXXII, no.
440.
KELK
4 Verguld
Het uit drie grote en drie kleine lobben samengestelde voetstuk,
waarvan de lage buitenste rand versierd is met druiventrossen en
korenaren, draagt de volgende gedreven voorstellingen: de Ge
boorte van Christus (met aanbiddende herders), het Laatste
Avondmaal, en de Kruisiging. Deze worden door gevleugelde
engelenkopjes afgewisseld. Hierboven bevinden zich, tegen het
onderstuk van de stam, drie plastische uitbeeldingen van een
pelikaan met zijn jongen. Als stam fungeren drie staande mans
figuren, die Christus weergeven als Man van Smarten (met ge
bonden armen en gebogen hoofd), als Goede Herder (met een
lam op de schouders) en als Triumphator (met een vaan). Op de
cuppa die door een platte nodus van de stam gescheiden is
komen twee reliëfs voor met het Offer van Abraham en een