151
merken op de cuppa, welk onderdeel wel van zilver is vervaar
digd, blijkt, dat het weinig interessante stuk in 1862 ontstaan is.
KELK
6
Op het ronde voetstuk dat naar het midden toe oploopt rust
aan drie zijden een verhoogde balk.
Ter versiering is om de voet een laurierkrans aangebracht en
onder de basis van de stam een neerhangende guirlande. De
sterk gelede stam heeft een middenstuk in de vorm van een ge
canneleerde, afgeknotte kegel.
Het onderste gedeelte van de cuppa is voorzien van een drietal,
aan strikjes opgehangen tropheeën, welke samengesteld zijn uit
druiventrossen en korenaren. Deze worden afgewisseld door
ronde, met laurierbladeren omgeven medaillons, waarop de Hei
ligen Bonifatius en Johannes de Doper met hun attributen zijn
uitgebeeld, alsmede een voorstelling van de Mannaregen.
Louis XVI.
Hoogte: 27 cm.
Merken: stadskeur van Antwerpen
cijfer 88, waarboven een kroon (jaarletter voor 1788)
meesterteken: monogram van JBV
Opm.: Het genoemde meesterteken heeft toebehoord aan de Ant
werpse zilversmid Johannes Baptistus Verberckt (1735—1819).
KELK
7 Verguld
Het ronde, geprofileerde voetstuk is versierd met een parelrand
en met een zwaar neerhangende guirlande. Op deze voet is een
stam geplaatst, welke zich naar boven toe verbreed, en een
nodus, waarop een vlechtbandmotief is aangebracht. De cuppa is
voorzien van drie cartouches met voorstellingen van het Alziend
Oog, het Lam Gods, en een kelk met een hostie erboven; deze
worden afgewisseld door een ornamentiek die voornamelijk uit
wijnranken en korenaren bestaat.