163
De in accoladevormige punten uitlopende voet is versierd met
een krans van opengewerkte bladeren; op de stam, die door een
bolle nodus met visblaasmotieven wordt onderbroken, is traceer-
werk aangebracht.
In het midden van de bovenbouw bevindt zich een vergulde
„kapel", waarin de lunula geplaatst kan worden. Aan weerszij
den hiervan staat op een voetstuk een vergulde vrouwenfiguur
onder een hoog oprijzend dak, dat voorzien is van luchtbogen,
pinakels en een finaal; de linker vrouw, die een kruis in de hand
houdt, symboliseert het Geloof, de rechter, met een anker uitge
rust, de Hoop. Te midden van een soortgelijke entourage is bo
venop een verguld beeldje geplaatst van Christus, die met zijn
linkerhand een zegenend gebaar maakt.
Onder de voet staat de signatuur „VERBERCKT ANTWER
PEN 1841".
Hoogte: 64 cm.
Merken: Minervakop naar rechts (Rosenberg IV, no. 4995)
harp (1-ste gehalte) (Rosenberg IV, no. 4993)
meesterteken: V, waarboven puntjes
Herkomst: vermoedelijk Aankoop „Duinzigt" (1907).
MONSTRANS
27 Verguld
Op de met geëmailleerde medaillons en edelsteentjes versierde
zeslobbige voet staat een gecanneleerde schacht met een kapiteel,
dat uit omkrullende bladeren en druiventrossen is samengesteld.
Hierop is een Mariabeeld geplaatst, dat geflankeerd wordt door
engelen, die met een wierookvat zwaaien. Deze laatsten zitten
geknield op een krulvormig ornament, waaraan twee medailles
hangen met borstbeelden van „S. Gregorius", „S. Thomas A",
„S. Ioannes CA" en „S. Laurent".
Boven de Mariafiguur verrijst een cirkelvormig lichaam, om
geven door stralen. Het centrum wordt gevormd door een custo
de met daaromheen de symbolen van de vier Evangelisten. Aan
de achterzijde is onder meer de tekst van Genesis III, 15 ge
graveerd.