167 pectievelijk uit druiventrossen en uit gebladerde bloemtakken is samengesteld, en die aan een gevleugeld engelenkopje is opge hangen. De voet is versierd met een rand, bestaande uit kelkmotieven. Datering: rond 1800. Hoogte: 19 cm. Merken: kop en face haan met 2 zwaan meesterteken: V, waarboven puntjes E, waarboven een lauriertak Opm.: Uit het laatstgenoemde merk blijkt, dat de ampullen tus sen 1814 en 1830 als vreemd werk (vermoedelijk vanuit Frank rijk) in het tegenwoordige België zijn ingevoerd. Herkomst: Aankoop „Duinzigt" (1907). Lit. Ned. Mon. beschr. Leiden, p. 222; pl. CLXXIII, no. 443. AMPUL 36 Het vaasvormige kannetje, dat gedeeltelijk verguld is, draagt aan de achterzijde een vleugelvormig oor. Het gladde, gebolde vat is voorzien van een nauwe hals, waarvan de gegolfde bovenrand uitloopt in een schenktuit. Het stuk rust op een ronde voet, wel ke versierd is met een gestyleerd bladrandje. Datering: begin 19-de eeuw. Hoogte: 21,3 cm. Merken: gekruiste lauriertakken, waarboven een 2 (2-de gehalte) T waarboven een eend, in ruitvormig schild onduidelijk merkteken Opm.: Het stuk is waarschijnlijk tussen 1814 en 1830 in het te genwoordige België vervaardigd. AMPULLENBLAD 37 Rondom het plat van de ovale schaal loopt een brede rand, die

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 169