191
2 VORKEN
119-120
De steel, waarvan het uiteinde een afgeronde vorm heeft, is door
middel van een dubbel lof met de viertandige vork verbonden.
Aan de achterzijde is op de steel een kruisje gegraveerd.
Lengte: 19,4 cm.
Merken: stadskeur van Haarlem
Hollandse leeuw
jaarletter D (1738)
meesterteken: AH, waartussen een ooievaar
Opm.: Het genoemde meesterteken (Voet Haarlem no. 122) heeft
toebehoord aan de zilversmid Arend Hoogland, die in 1733 als
meester in het gilde werd opgenomen. Hij stierf in 1784.
KANDELAAR
121
De voet is geplaatst op een viertal naar binnen gezwenkte poot
jes, waartussen zich symmetrische schelpmotieven bevinden. Uit
een enigszins verdiept, cirkelvormig middengedeelte ontspringt
een vierzijdige balusterschacht, die versierd is met schelpen en
lambrequins. Dit laatste ornament herhaalt zich op de vaasvor-
mige kaarsenhouder, die de bekroning vormt van de kandelaar.
Onder de voet is op slordige wijze het opschrift „AM OEM" in-
gegrift (zie no. 117-118).
De kandelaars maken deel uit van een set, waartoe ook de nrs.
117-118, 137-138 en 149-151 behoren.
Louis XIV.
Hoogte: 21,2 cm.
Merken: stadskeur van Utrecht (2x)
jaarletter D (1739)
meesterteken: drie ruiten in gekroond schild
Zie de opmerking onder no. 117-118.
Herkomst: Aankoop „Duinzigt" (1907).