204
meesterteken onduidelijk
3 ZOUTVATEN
183-185
De ovale houder, waarin een blauwglazen bakje rust, is geplaatst
op vier bewerkte pootjes, die onderling verbonden zijn door een
neerhangende guirlande. Deze is in het midden samengebonden
tot een strik, waaraan een medaillon met een gelauwerde kop is
opgehangen.
De bovenrand is versierd met opengewerkte ovalen.
Bij een van de zoutvaatjes zijn twee medaillons verdwenen.
Hoogte: 5,2 cm.
Merken: stadskeur van Amsterdam
Hollandse leeuw
jaarletter E (1789) en G (1791)
meesterteken: BVM, waarvan de laatste 2 letters aan
eengeschreven zijn
Opm.: Het genoemde meesterteken (Voet A'dam no. 572) wordt
toegeschreven aan de zilversmid Barend van Meckelenburg.
BLAKER MET DOMPER
186
Het komvormige bekken, dat van een klein, gebogen handvat
voorzien is, heeft in het midden een verhoging; hieruit ontspringt
een ronde stam, waarop de kaarsenhouder rust. De randen van
het bekken, van de vetvanger en van de kegelvormige domper,
welke laatste door middel van een haakje aan de kaarsenhouder
bevestigd kan worden, zijn versierd met een parelrand.
Hoogte blaker: 10 cm.
Hoogte domper: 7 cm.
Diameter blaker: 13,5 cm.
Merken: stadskeur van Utrecht (2x)
jaarletter G (1790)
meesterteken: CFN
lossingsteken N (Haarlem 1795)
Herkomst: Aankoop „Duinzigt" (1907).