223
1712 genoemd (F. Allan, Geschiedenis en beschrijving van Haar
lem, deel I. Haarlem 1874, blz. 422). De molen was gelegen aan
het Vuilrak. In 1908 werd in de nabijheid een gasfabriek ge
bouwd. Daar de molen geen windrecht bezat, werd hij stilgelegd
en in 1910 afgebroken.
Het Kadaster te Haarlem gaf de ontwikkeling van het bedrijf
tussen plm. 1820 en 1971 weer: o.m. de uitbreidingen, verbou
wingen en stichtingen der nieuwe gebouwen, ook die van de
loods (afb. 3).
In het familie-archief is een koopakte van 8 mei 1798 aanwezig,
met de vermelding dat Gerrit Vervooren toen eigenaar van de
„grote werf" geworden was. Letterlijk wordt de koop omschre
ven als een „Scheepbreekerswerv met de huizinge, schuuren,
Lootsen en Timmeragien daarop staande".
2. F. de Wit tekende in 1730 een levendige plattegrond van Haarlem.
Schuin naar boven loopt de Zomervaart. Op de hoek van het Spaarne de
Grote Werf. Links van de Zomervaart ligt op de Kleine Werf een schip
op stapel.