225
vaart staat een lang huis (afb. 2). Op de foto (afb. 5) zien wij
dat tegen dit lange huis een scheepstimmerschuur met loodsje
(voor pek, teer en gerei) gebouwd is. Tevens had men de Zomer-
vaart vóór de „kleine werf" verbreed, „uitloop" geheten, om
schepen bij de tewaterlating in de smalle vaart genoeg ruimte te
geven (afb. 1 en 5). Deze werf bezat slechts drie hellingen,
waarvan een binnenhelling in de scheepstimmerschuur. Hubertus
Peltenburg begon hier als scheepsbreker (sloper), maar al spoedig
werden op deze werf kleine binnenvaartschepen gebouwd, zoals
vissers- en tuindersbootjes en sloepjes. Aanvankelijk van hout,
later ook van ijzer.
In het lange huis woonde toentertijd Leonardus, een broer van
Hubertus.
3. Ongeveer dezelfde situatie een kleine honderd jaar later in kaart ge
bracht door F. J. Nautz. De Zomervaart heeft ter hoogte van de Kleine
Werf een inhammetje gekregen. Tegen het lange huis is een scheepstim-
merschuur gebouwd (links van de inham).