248 verbreiding bestaan echter onvoldoende gedetailleerde gegevens. Vooral over de hoogste, direct boven het ongestoorde Oude Duinzand aanwezige laagjes is weinig bekend. Het is niet uitgesloten dat het hier om onder middeleeuwse anthropogene invloed ontstane organogene vormingen gaat. tn de tekst is hiervoor het woord veen gebruikt. Daar het voorkomen van schelpen in de boorbeschrijvingen niet altijd even duidelijk is aangegeven, is de bovenkant van het schelphoudend pakket afgeleid van de hoogste voorkomens in enkele boringen. In werkelijkheid zal de grens zeezand/ duinzand in detail ingewikkelder zijn en plaatselijk in hoogte variëren. Uit waarnemingen verricht in enkele bouwputten elders in de stad, blijkt het schelphoudend zand tot ongeveer 2 m.-NAP voor te komen. Het profiel D van fig. 2 is samengesteld uit een opname van de rioolsleufwand en een op enige (ca 5 m) afstand hiervan in de bodem van deze sleuf verrichte boring. De lokatie van foto 2 is niet geheel exact bekend en ligt mogelijk iets zuidelijker dan op fig. 3 is aangegeven. Noten (1) Bij dit onderzoek wordt in de laag op verschillende diepten de samen stelling van het stuifmeel (pollen) vastgesteld en de resultaten in een gra fiek (pollendiagram) samengevat. Het verloop der curven geeft een inzicht in de samenstelling van de voormalige vegetatie en de eventuele verande ringen die daarin door de tijd heen zijn opgetreden. In het pollendiagram van fig. 3 zijn naast de onderlinge verhouding van de totalen van bomen, struiken en kruiden (links op de figuur bij 0-100%) tevens de bomen en struiken en een selectie van de diverse kruiden apart weergegeven. Hierbij kan worden opgemerkt, dat het gevonden stuifmeel niet alleen afkomstig is van de ter plaatse groeiende planten, maar ook voor een belangrijk deel van de in de wijde omgeving aanwezige vegetatie. (2) C14-datering: 2640 40 (GrN 4643). (3) De schrijver dankt drs. H. H. van Regteren Altena die het scherfje verzamelde en determineerde, voor de verkregen toestemming deze gege vens hier te vermelden. Literatuur Allan, F. (1883) - Geschiedenis en beschrijving van Haarlem, van de vroegste tijden tot op onze dagen. Deel III. Haarlem, J. J. van Brede- rode. Blok, D. P. (1957) - Het goederenregister van de St. Maartenskerk te Utrecht. Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde te Amsterdam, 33e jaargang, 2-3. Jelgersma, S., de Jong, J., Zagwijn, W.H., and van Regteren Altena, J. F. (1970) - The coastal dunes of the western Netherlands; geology, vegeta- tional history and archaeology. Meded. Rijks Geol. Dienst, Nieuwe Serie 21. Jong, J. de (1971) Geologische geschiedenis en vroegere bewoning van Haarlem. Haerlem, jaarboek 1970. Wieland Los, B. J. (1971) - Verslag over het oudheidkundig bodemonder zoek tijdens de rioleringswerkzaamheden in de Bakenesserstraat en 't Krom in 1971. Concept verslag aan de Gemeentelijke Commissie Oud heidkundig Bodemonderzoek Haarlem (ongepubliceerd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 250