260
Deze kaart werd door ons gevonden in een procesdossier in het
archief van de Grote Raad van Mechelen. Van dit archief wor
den door een werkgroep te Amsterdam onder leiding van prof.
J. Th. de Smidt voor de gebruiker toegankelijk gemaakt: de re
gisters der sententies en de processtukken in de series Beroepen
uit Holland en Eerste Aanleg (voor zover op Nederland betrek
king hebbend). In laatstgenoemde serie bevindt zich onder nr.
2749 het dossier der stukken, ingediend in een geschil tussen
schout en schepenen van Heemstede, benevens taveernehouders
aldaar, enerzijds en de magistraat van Haarlem waarbij zich de
Procureur-Generaal gevoegd had, anderzijds (Huussen 1972a).
De aanleiding tot het proces
De diepere oorzaak van dit proces was gelegen in een economi
sche belangentegenstelling. Al in 1515 verkreeg de stad Haarlem
van de vorst een octrooi met een verbod om buiten de stad, tot
aan de grens van Heemstede, taveerne te houden en wijn of bier
te tappen (Enschedé 1866 I nr. 258). De handhaving van dit
verbod leidde tot decenniën durende strubbelingen tussen Haar
lem en taveernehouders te Heemstede. Uit een keizerlijk octrooi
van 1518 blijkt al dat tevoren een proces tussen partijen was ge
rezen voor het Hof van Holland; dit geschil werd voorlopig door
arbiters beslecht (zie ARA Brussel, GRM EA 2749 sub aa). In
1522 werd een vernieuwd tapverbod afgekondigd (Enschedé
1866 I nr. 275, 276), dat prompt werd overtreden. Haarlem liet
de boosdoeners gijzelen (hun verklaring: ARA Brussel, GRM
BH 794 sub a; zie Kerckhoffs-de Heij 1973).
Op 13 januari 1528 verkreeg Haarlem een octrooi dat aanleiding
werd tot het proces waarvoor wij hier aandacht vragen (Ensche
dé 1866 I nr. 283; ARA Brussel, GRM EA 2749 sub b). Keizer
Karei V verbood binnen een afstand van 500 kennemerlandse
roeden rond Haarlem - gerekend vanaf de „vryheit" der stad -
accijnsvrij bier en wijn te tappen. Haarlem krijgt de bevoegdheid
binnen dit gebied accijns te heffen op getapt bier. De accijns zou
twintig groten per ton bedragen, waarvan drie groten in de cen
trale schatkist zouden vloeien, drie groten kwamen aan de am
bachtsheer van Heemstede en veertien groten de stad Haarlem