320 St. Maartens- of Brouwersbeker uit 1604. Na de tweede wereld oorlog was de heer Baard begonnen systematisch aan te kopen met als pronkstuk de plooischotel van Ebbekin van 1649. Nu houdt mej. Zetteler zich vrijwel uitsluitend met het zilver bezig en werkt ook aan de voorbereidingen voor een tentoonstelling van Haarlems zilver, vooral kerkzilver, in 1975. De aanwinsten en bruiklenen zijn alle 18de eeuws. In 1972 werd een theepot verworven van de meester van de „Roskam" 2 uit 1715 en het volgend jaar een theepot van Albert Giljaart uit 1745 en een miniatuur zilveren trommelaar te paard van meester „Hertje"; een interessant stukje, daar Haarlems speelgoedzilver zeldzamer is dan het Amsterdamse. Als belangrijkste bruiklenen werden van de diaconie van de Her vormde Gemeente te Haarlem 12 collecteschalen uit 1729, mees ter „P D boven Visje" verkregen en een particulier bruikleen van 18de eeuwse gebruiksvoorwerpen o.a. een mooi theepotje uit 1730. Voorlopig is dit zilver opgesteld in twee vitrines in een van de 18de-eeuwse stijlkamers. De opstelling op zichzelf is goed, maar Afb. 4. De vitrine met 18de eeuws zilver. Bovenin de collecteschalen van de diaconie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 322