334 Als ik er de Mattheüspassie beluisterde of de Don- kozakken, ontsloot zich m'een wereld heimelijk van pure schoonheid in de stad van Als ik na afloop huiswaarts keerde, boog wel de gele tram om „Trou moet Blycken" langs het standbeeld langzaam rijdend de Markt op in de stad van Als ik omhoogkeek naar het venster van weleer het grafelijk slot, kwam het vóór me of edele vrouwen staarden op 't Sant, tournooiveld eens der stad van Als ik in het naadrend voorjaar de eerste tekenen zocht, lagen pralend alom de bollen velden verspreid ten westen der stad van Als ik, meegenodigd, zeilde de stroom af naar de plas, verhieven snelwiekend de grote, zwarte vissers zich opwaarts vlakbij de stad van Als ik dan naar de einder tuurde, lag onder het wolkendek bij hopen de turf er gestapeld hoog op de drasse veengrond dichtbij de stad van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1973 | | pagina 336